|
1. |
punniken ww. (NN) 'klosjebreien' categorie: klankwoord, alleen in België of Nederland Nnl. punneken, purreken (Zaanstreek, Oud-Beierland) 'in de neus peuteren, pulken', (Zaanstreek, Waterland) 'dik wolkoord vlechten op een kurk' [alle 1897; Boekenoogen], Het alom bekende "kurkje breien" of "punniken" [1935; iWNT]. Ontstaan als nevenvorm van pulleken, spreektaalvorm van pulken 'peuteren'. De -l-, -n- en -r- worden alle op dezelfde plaats gearticuleerd en kunnen gemakkelijk met elkaar wisselen. Zie ook het jongere woord frunniken. Fries: -
|
naar boven
|