1.   bedoelen ww. 'met woorden aanduiden, zich ten doel stellen'
categorie:
geleed woord
Nnl. bedoelen 'tot doel hebben' [1733; WNT], dan bedoelt men er ... mee 'dan duidt men ... aan, dan heeft men het over ...' [1777; WNT zwaarte I].
Afleiding met be- van het werkwoord doelen (zie doel), dat reeds in het Middelnederlands voorkomt in de betekenis 'schijfschieten'.
Fries: bedoele


  naar boven