81.   magnolia zn. 'geslacht van sierbomen en -heesters (familie Magnoliaceae)'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. magnolia 'magnolia' [1771; Chomel].
Ontleend aan Neolatijn magnolia, een geslacht van bomen en heesters dat door de botanicus Charles Plumier in 1703 vernoemd is naar Pierre Magnol (1638-1715), directeur van de botanische tuin te Montpellier, een naam die door Linnaeus is overgenomen.
Literatuur: Backer 2000
Fries: magnolia
82.   mausoleum zn. 'praalgraf'
categorie:
leenwoord, eponiem
Vnnl. mausolen (mv.) 'mausolea' in O Delta ... met u graf pilaren, met u Mausolen [1612; WNT graf]; nnl. mausoleum 'praalgraf in Halicarnassus' in 't Mausoleum ... een van 's weerelds zeven aaloude wonderen [1715; WNT wonder i], mausoleum 'praalgraf' [1824; Weiland].
Ontleend aan Latijn mausōlēum 'praalgraf', dat zelf ontleend is aan Grieks Mausōleĩon, de naam van het praalgraf van Maússōllos 'Mausolos', satraap van Carië in Klein-Azië, dat zijn vrouw Artemisia in 353 v. Chr. voor hem liet bouwen in Halicarnassus (nu Bodrum in Turkije); het monument was een van de zeven wereldwonderen in de klassieke oudheid. Bij uitbreiding in gebruik gekomen voor andere grafmonumenten, en nu een algemene aanduiding voor een praalgraf.
Fries: mausoleum
83.   mecenas zn. 'kunstbeschermer'
categorie:
leenwoord, eponiem
Vnnl. eerst alleen het mv. maecenates, mecenaten 'kunst- en wetenschapsbeschermers' in Zommige burzelingen ... die van haer Maecenates ... met groote kost en zorge ter studie gehouden werden 'Een aantal bursalen die door hun beschermers met veel kosten en moeite aan de studie worden gehouden' [1624; WNT bursaal], dan ook het enkelvoud maecenas, mecenas 'kunst- en wetenschapsbeschermer' in een mecenas komt [1666; WNT soppen I].
Internationaal eponiem, naar Gaius Cilnius Maecenas (65-8 v. Chr.), raadgever van keizer Augustus, die hem in ca. 40 v. Chr. belastte met het toezicht op de culturele zaken van het Romeinse rijk. Hij ondersteunde jonge talenten, onder wie Horatius en Vergilius, ook materieel.
Literatuur: Sanders 1990, 114-115
Fries: mesenas
84.   meerkol zn. 'Vlaamse gaai'
categorie:
eponiem
Mnl. marcolf 'vogel' [ca. 1410; MNW]; vnnl. merkolf 'Vlaamse gaai' in ende springen also als Mercoluen, van deene tack op dander 'en springen als Vlaamse gaaien van de ene tak op de andere' [1574; WNT]; nnl. meerkol 'meerkoet' [1724; iWNT], meirkol 'Vlaamse gaai' [1857; iWNT].
De naam markolf voor de Vlaamse gaai bestaat nog gewestelijk in diverse nevenvormen (mer-, meer-, mor-, -korf, -kol e.d.) in Brabant en Limburg. De naam komt al voor als middeleeuws Latijn marcolfus [1479; Meertens 1949], waarbij de schrijver, de Duitse filosoof Albertus Magnus, al vermeldt dat de vogel is genoemd naar het personage Marcolf(us) uit de middeleeuwse Germaanse sage van Salomon ende Marculphus, waarin de laatstgenoemde erg luidruchtig is en goed het geluid van vogels kan nabootsen.
De vorm meerkol kreeg in de 20e eeuw een bovenregionale status, maar werd uiteindelijk door Vlaamse gaai vervangen, zie gaai. Mogelijk is deze vorm meerkol beïnvloed door de sinds de 18e eeuw aangetroffen vorm meerkol voor 'meerkoet'; in dat woord is het tweede lid wrsch. kol 'bles'.
Literatuur: J. Meertens (1949), 'Vogelnamen: de gaai', in: Taal en Tongval 1, 97-104; Eigenhuis 2004, 342-343, 345-346
Fries: markol, merkel
85.   mentor zn. 'wijze leidsman, raadgever'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. mentor 'wijze leidsman, adviseur' in hoe druk uw voorganger de Britsche Mentor het gehad heeft [1734; WNT druk II], mentor 'leidsman, raadgever' [1824; Weiland], als raadgever, als Mentor der ... jeugd [1860; WNT], iemand die zich opwerpt als mentor ... van 't publiek [1880; Groene Amsterdammer], mentor 'leraar die een groep leerlingen begeleidt bij hun studie' [1984; Van Dale].
Ontleend aan Frans mentor 'wijze raadgever' [1749; TLF], genoemd naar Méntōr, een vriend van Odysseus in het heldendicht van Homerus; het is mogelijk dat die persoonsnaam oorspronkelijk al 'hij die raad geeft' betekent, omdat het een afleiding met de betekenis 'handelende persoon' kan zijn van Grieks ménos 'intentie, geest, intellect'.
Grieks ménos is verwant met: Sanskrit mánas- 'geest, wilskracht'; Avestisch manah- 'id.'; < pie. *menos, afleiding van de wortel *men- '(be)denken', zie manen 2 'herinneren aan'.
In de Odyssee van Homerus neemt de godin Athene de gestalte van Mentor aan, die dan tijdens de jarenlange afwezigheid van zijn vader de wijze raadgever wordt van Telemachos, de jonge zoon van Odysseus. In 1699 verscheen van de Franse schrijver François Fénelon de didactische roman Aventures de Télémaque; naar aanleiding van deze roman is Mentor een soortnaam geworden. Tegenwoordig ziet men ten onrechte in het laatste deel hetzelfde achtervoegsel als in conservator e.d., en vormt men hiernaast de vrouwelijke vorm mentrix.
Fries: mentor
86.   molière zn. 'lage veterschoen'
categorie:
eponiem
Nnl. Molière-schoen 'soort schoen die met een veter of lint gesloten wordt' in De Molière-schoen blijft nog steeds gezocht, men bevestigt er reeds zijden linten aan [1888; Groene Amsterdammer], molières (mv.) 'lage schoenen' [1914; Van Dale], molière 'id.' [1936; Van Dale Zwb.].
Ontleend aan Frans molière 'lage schoen', genoemd naar de Franse toneelschrijver Molière (1622-1673), pseudoniem van Jean-Baptiste Poquelin, omdat ten tijde van Molière dergelijke lage schoenen in de mode waren. In Frankrijk heet een dergelijke schoen evenwel een richeleu, naar de staatsman Richeleu (1585-1642), eigenlijk Armand Jean du Plessis, cardinal de Richeleu.
Het woord komt alleen in het Nederlands voor. In de 19e eeuw werden kledingstukken wel vaker naar belangrijke historische personen genoemd, zie bijv. colbert en spencer. Ook in de aanduiding van kledingstukken werd de naam Molière gebruikt: jabot Molière 'soort herenjas' [1892; Groene Amsterdammer] en Molière-vest 'onderdeel van een dameskostuum' [1888; Groene Amsterdammer].
Literatuur: Debrabandere 2000, 101
87.   morse zn. 'communicatiesysteem met lange en korte signalen'
categorie:
eponiem
Nnl. Morse 'bedenker van de telegraafcode' in de punten en strepen van Morse [1883; Groene Amsterdammer], 'coderingssysteem van Morse' in Morse ... werkte snel en zeker, reusachtig groote telegrammen ... onverminkt overgekomen [1888; Groene Amsterdammer], in samenstellingen als morsealfabet [1906; WNT Aanv. detector], morse-teekens [1907; WNT Aanv.], morse-code [1922; Groene Amsterdammer], morse-lamp 'lamp voor het seinen van boodschappen in morse' [1927; Groene Amsterdammer], morse 'morseschrift' [1960; Koenen].
Verkorting van morsecode of morsealfabet, waarin morse een internationaal eponiem is, naar de Amerikaanse schilder en uitvinder Samuel F.B. Morse (1791-1882), die bij zijn experimenten met de elektrische telegraaf rond 1835 een ingewikkelde cijfercode ontwierp om via de telegraaf te communiceren, die in 1838 versimpeld werd tot de code van langere en kortere seinen.
Fries: morse
88.   nicotine zn. 'alkaloïde in tabak'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. nicotine 'tabaksstof, alkaloïde in tabak' [1843; Nederlandsch Handelsmagazijn], Virginia-sigaren. Daar die tabak zeer veel nicotine bevat [1878; Archief Eemland], ook veel in samenstellingen, bijv. nicotine-gehalte [1896; WNT uitdenken], nicotine-vergiftiging [1897; Groene Amsterdammer].
Ontleend aan Frans nicotine [1818; TLF], gebaseerd op wetenschappelijk Latijn Nicotiana, de naam van de tabaksplant; de plant is genoemd naar Jean Nicot (ca. 1530-1600), korte tijd Frans ambassadeur in Portugal, die de tabak vanuit dat land rond 1560 in Frankrijk zou hebben geïntroduceerd.
De tabaksplant was al in 1555 meegebracht door de Franse sterrenkundige André Thévet van een reis uit Amerika. Wel heeft in 1560 een brief van Nicot aan de kardinaal van Lorraine, waarin hij stelde dat de plant wonderbaarlijke geneeskrachtige eigenschappen had, ervoor gezorgd dat het gebruik van tabak zich kort daarna aan het hof van Frankrijk verbreidde. In 1564 stelde de plantkundige Jean Liebault voor om de plant Nicotiana te noemen.
Literatuur: Sanders 1990
Fries: nikotine
89.   pappenheimer in zijn pappenheimers kennen 'weten wat voor vlees men in de kuip heeft'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. Pappenheimers 'de betrokkenen' in ik beken ... dat jij je Pappenheimers beter kent dan ik [1892; Groene Amsterdammer], ik ken mijne pappenheimers 'ik weet wat ik aan deze mensen heb' [1908; Baale].
Ontleend aan een uitspraak in het derde bedrijf van het toneelstuk Wallensteins Tod (1799) van de Duitse dichter en schrijver Friedrich Schiller (1758-1805), waarin de kurassiers van Pappenheim voorkomen. Graaf Gottfried Heinrich zu Pappenheim (1594-1632) was een zeer kundig, zij het soms impulsief, legeraanvoerder in de Dertigjarige Oorlog (1618-48). Over zijn kurassiers ontstond de oorspronkelijk niet ironisch bedoelde uitdrukking ich kenne meine Pappenheimer; deze uitdrukking bestond wrsch. al voor Schiller in zijn toneelstuk legeraanvoerder Wallenstein tegen de kurassiers laat zeggen "daran erkenn' ich meine Pappenheimer" 'daaraan herken ik mijn Pappenheimers, zo ken ik jullie': zij weigeren namelijk te geloven dat Wallenstein in het geheim met de vijand heeft onderhandeld.
Fries: -
90.   pier 1 zn. 'aardworm (Lumbricis terrestris)'
categorie:
eponiem
Mnl. pier 'aardworm' in soo fier als ene hinne op enen pier 'zo trots als een hen op een pier' [ca. 1410; MNW], ook 'ingewandsworm' in Dit looc is goet voor die pier 'dit look is goed tegen de wormen' [1400-50; MNW], pijr [1477; Teuth.], pierwormen die in deerde ligghen 'pieren die in de grond zitten' [1480-1500; MNW-P].
Wrsch. hetzelfde woord als de mansnaam Pier 'Pieter', die ontleend is aan een Picardische variant van Frans Pierre 'Pieter' (Tavernier-Vereecken 1950). In de Middelnederlandse periode kwam het verspreidingsgebied van deze mansnaam (de Lage Landen en het westelijk deel van Neder-Duitsland) ongeveer overeen met dat van pier 'aardworm'.
Mnd. pīr 'aardworm'. Bovendien ook in Brandenburg en omgeving pier 'aardworm', dat door Nederlandse kolonisten in de 12e eeuw is ingevoerd.
Literatuur: C. Tavernier-Vereecken (1950), 'Diersoortnamen van mensennamen afgeleid: garnaal, wulk, pier, vlinder', in: HCTD 24, 33-64, hier 54-56
Fries: pier?

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven