1.   cafetaria zn. 'snelbuffet'
categorie:
leenwoord
Nnl. cafeteria 'snelbuffet' [1937; WNT Aanv.], cafetaria 'id.' [1937; WNT Aanv.].
Volgens Van Haeringen rond 1925 overgenomen uit Amerikaans-Engels cafeteria 'zelfbedieningszaak' [1839] < Cubaans-Spaans cafetería 'koffiehuis', bij Spaans cafetero 'koffiemaker of -verkoper', een afleiding bij café 'koffie', zie koffie.
De verandering van de uitgang -eria (met 1954 als laatste vindplaats in WNT Aanv.) in Nederlands -aria verklaart Van Haeringen als invloed van andere woorden op -aria zoals malaria of prullaria, meervoudsvormen als aquaria, herbaria en wellicht ook van woorden als varia en aria. Verder wijst hij er nog op dat taria in die tijd een zelfstandig woord(deel) was geworden, met als betekenis 'openbaar consumptielokaal, proeflokaal voor eet- en drinkwaren': buffet(t)aria, ijstaria, Edison's taria, Henktaria; deze woorden zijn inmiddels allemaal verdwenen.
Literatuur: C. van Haeringen (1945) 'Cafeteria, -taria', in: NTg 38, 148-149
Fries: kafetaria


  naar boven