1.   toe bw. 'in de richting van; tot het punt van; gesloten'
categorie:
erfwoord
Onl. *tuo 'toe' op grond van het voorvoegsel in tōhopa min 'mijn verwachting, toevlucht, hoop (gezegd van God)' (letterlijk toehoop) [10e eeuw; W.Ps.], daarnaast als vz. 'naar' in ilet siu zo himo 'haast ze zich naar hem' [ca. 1100; Will.]; mnl. toe 'met betrekking tot; erbij; dicht' en in combinatie met te of tot ook 'tot aan, niet verder of later dan' in tot paeschen toe 'tot aan Pasen' [1248-71; VMNW], ic ... doe Mine oge op. ende weder toe 'ik doe mijn ogen open en weer dicht', Noch af noch toe 'niets eraf of erbij' [beide 1265-70; VMNW], veelal in combinatie met te of tot, in hi ... bant Al toten ellenboge toe Din arm 'hij verbond de arm tot aan de elleboog' [1265-70; VMNW], dat en dogt niergen tuo 'dat deugt nergens voor' [1270-90; VMNW], ter dod al toe 'tot aan de dood' [1285; VMNW].
Os. (mnd. ); ohd. zuo (nhd. zu), zua, ; ofri. (nfri. ta); oe. (ne. to); < pgm. *tō. Dit was oorspr. een bijwoord, dat later in de afzonderlijke talen ook wel de functie van voorzetsel kreeg. Daarnaast bestond een verzwakte vorm pgm. *ta, dat van oudsher als voorzetsel diende: mnl. te (zie te 1 en te 2); os. ti (mnd. te); ohd. za, zi (mhd. ze); ofri. te, ti (nfri. te). In de Duitse standaardtaal is alleen de vorm zu (bijwoord en voorzetsel) overgebleven. Het Oudengels had ook nog slechts één vorm (bijwoord en voorzetsel). Aan het spellingsonderscheid tussen to (voorzetsel en partikel) en too (bijwoord), dat pas later is ingevoerd op grond van het verschil in klemtoon in zinsverband, beantwoorden ondertussen ook verschillende vormen: to kan wel, too niet tot /tə/ verzwakt worden.
Verwant met: Latijn do, in (archaïsch) endo 'binnenin', quandō 'wanneer', dōnec 'totdat'; Grieks do in éndon 'binnen(in)'; Litouws da 'totdat'; Oudkerkslavisch do 'naar' (Russisch do); Oudiers do 'naar'; < pie. *do(-h1) (IEW 181). Mogelijk hoort hierbij met ablaut pie. *de-h1, waaruit: Latijn 'vanaf' (zie de-); Oudiers 'id.' en de Griekse postpositie de 'naar ... toe'.
Toe komt in het Middelnederlands ook voor als variant van te, dus als voorzetsel, maar dan vooral in oostelijke teksten. In de standaardtaal is alleen de bijwoordelijke functie gehandhaafd. In de ruimtelijke betekenis wordt toe meestal gecombineerd met een voorzetsel, bijv. naar ... toe of tot ... toe, of met een werkwoord, bijv. toelopen, toeschieten, toeschreeuwen, toeslaan. Ook in andere betekenissen blijft toe meestal beperkt tot vaste combinaties of verbindingen, bijv. toe 'erbij' in op de koop toe, er (niets, weinig enz.) toe doen, toegeven, toegift, toenaam en toetje.
Fries: ta


  naar boven