1.   tsunami zn. 'vloedgolf'
categorie:
leenwoord
Nnl. in de beruchte vloedgolven (tsoenamis) [1924; NRC], Zeebevingen ... veroorzaken golven (Japansch tsunami's) [1930; Leidsche Courant].
Ontleend, ten dele via Engels tsunami 'vloedgolf' [1897; OED], aan Japans tsunami 'id.', dat een samenstelling is met een tweede lid nami 'golf' en een eerste lid waarvoor verschillende interpretaties zijn voorgesteld. Het kan gaan om tsu-, een oud, maar ongewoon woord voor 'haven, rede', zodat de interpretatie iets wordt als 'golf die tegen de haven beukt'. Ook kan tsu- 'wervelend' zijn, met als resultaat 'wervelende golf'. Ten slotte kan het ook gaan om chō- 'sterk': 'sterke golf'.
De spelling tsunami in plaats van tsoenami is ingeburgerd door overname van het woord uit het Engels, met name na de grote tsunami in de Indische Oceaan van 26 december 2004.
Fries: tsunami


  naar boven