1.   schoep zn. 'schepbord op rad'
Mnl. met scoupen 'met scheplepels' [zvoor 1363; Stall. III. 267]; sc(h)oepe, sc(h)ope 'scheplepel, schepemmer' in ene schope, daer sie dat water mede schoppeden (om kalk te blussen) [1378; MNW], zijn scoep halen, ende ... dat zout overwarpen 'zijn schepemmer halen en het zout overladen' [1411; MNW]; vnnl. schoepe, schuppe 'schop', schoepe, koren-schoepe 'korenschop', worp-schoepe 'wan' [alle 1599; Kil.]; nnl. schoep 'onderdeel van een rad' in de kleine radertjes met schuins gerigte schoepjes van ijzerblik [1833; iWNT ventilateur], i.h.b. 'schepbord van een scheprad' in de hoogte ... tot welke het water door de schoepen ... zal opgeheven worden [1802; iWNT werkstuk], om het opgeschepte water beter van de schoepen te doen afloopen [1845; iWNT], en 'waterbord van een waterrad' in de schoepen of waterborden van een waterrad [1850; iWNT].
Mnd. schope (vanwaar nzw. skopa); mhd. schuofe (vnhd. Schufe, nhd. dial. Schuffe); nfri. skoep; alle 'scheplepel, schepemmer, hoosvat e.d.', < pgm. *skōpōn-. Een Frankische vorm *skopa is ontleend als Oudfrans escope, escoupe 'schepemmer, hoosemmer' [13e eeuw; Rey], waaruit Nieuwfrans écope 'id.'. Me. scope 'schepemmer, hoosvat' [1324-25; BDE] (ne. scoop, ook 'schop') is als scheepsterm ontleend aan het Middelnederlands.
Pgm. *skōp- hoort ablautend bij de wortel *skap- van scheppen 1 en scheppen 2. Zie ook schop 1 'gereedschap om mee te scheppen'. Oostelijk mnl. schuppel 'schoep van een scheprad' [1380; MNW] (slechts in één bron aangetroffen) is mogelijk een afleiding van schop met verkleiningsachtervoegsel en umlaut.
Een schoep wordt gebruikt om vloeistof te verplaatsen. Bij een scheprad gebeurt precies hetzelfde: met een door een wind-, water-, stoom- of andere kracht aangedreven scheprad wordt polderwater omhoog geschept. Engels scoop (zie boven voor de oorsprong) heeft deze betekenis al in 1591 [OED]. De bladen van een waterrad, dat door stromend water wordt aangedreven, worden bij uitbreiding eveneens schoepen genoemd, hoewel er van een scheppende werking geen sprake is.
De schoepen van een scheprad werden eerder al lepel genoemd [1634; iWNT zwaarheid].
Fries: skoep


  naar boven