1.   variëren ww. 'veranderen, wisselen'
Mnl. varieren 'veranderen, wisselen' in Sulke dingen ... variëren sonder enige ruste 'zulke zaken (wereldlijke bezigheden) veranderen voortdurend' [1450-1500; MNW ommelopen], enighe costume manniere ende vreemthede enigher lande varierende ende discorderende in onsen gheloue ende in onsen letteren 'enige heersende gewoontes en wonderlijke zaken van een land die anders zijn en afwijken van ons geloof en van ons a.b.c.' [1462; MNW-P].
Ontleend aan Frans varier 'veranderen' [1155; TLF], ontleend aan Latijn variāre 'afwisselen', een afleiding van varius 'verschillend', van verder onbekende herkomst.
variabel bn. 'veranderlijk'. Vnnl. in Om dat svolcx gedochte Soo wanckelbaer es, ende variabele 'omdat de denkbeelden van het volk zo wankel en veranderlijk zijn' [1538; WNT], Deurdien het getal der bursalen variabel ende onlancx zeer gemeerdert is 'doordat het getal der beursstudenten veranderlijk is en onlangs sterk is gestegen' [1593; WNT]; nnl. ook zelfstandig gebruikt als variabele 'mathematische grootheid met wisselende waarde' in een stelsel van 3n' vergelijkingen ..., waaruit men alle 3n' variabelen in functiën van den tijd kan bepalen [1894; iWNT]. Ontleend via Frans variable 'labiel, veranderlijk' [ca. 1200; TLF] aan Latijn variabilis 'veranderlijk', afleiding van variāre. ◆ variant zn. 'afwijkende vorm'. Nnl. in als een variant, uit de Latijnsche uitgave [1801; Van Spaen]. Ontleend aan Frans variante 'id.' [1717; TLF], het zelfstandig gebruikte teg.deelw. van varier. ◆ variëteit zn. 'verscheidenheid; afwijkende vorm'. Vnnl. varieteyt "een veranderinghe" [1553; Van den Werve], 'verscheidenheid' in dat hy uyt de swarte aerde sulcken schoone bloeme van sulcken varieteyt laet voortcoomen [1637; WNT], variëteit "basterdsoort" [1848; iWNT]. Ontleend, met het gebruikelijke achtervoegsel -teit) voor Frans -té, aan Frans variété 'gevarieerde verzameling' [ca. 1175; TLF], dat zelf ontleend is aan Latijn varietas 'verscheidenheid', een afleiding van varius 'verschillend'. Zie ook de jongere ontlening variété.
Literatuur: W.A. van Spaen (1801), Oordeelkundige inleiding tot de historie van Gelderland, 1, 200
Fries: fariearjefariabelfariantfariëteit


  naar boven