1.   lazaret zn. 'veldhospitaal'
categorie:
leenwoord
Vnnl. 't Lazaret 'het pesthuis, ziekenhuis voor besmettelijke ziekten' [1656; WNT]; nnl. lazaret 'veldhospitaal' [1878; WNT].
Via Frans lazaret 'ziekenhuis voor besmettelijke ziekten' [1690; Rey] ontleend aan Italiaans lazzaretto 'id.' [1498; DELI]. Het eerste lazzaretto werd gesticht in het begin van de 15e eeuw in Venetië; het lag op een eilandje bij een klooster van Santa Maria di Nazareth en heette eerst Nazaretto [1478; DELI]. Hieruit ontstond lazzaretto onder invloed van het zn. lazzaro 'lepralijder', dat via middeleeuws Latijn lazarus 'id.' teruggaat op de bijbelse naam Lazarus, zie lazarus.
In oudere Nederlandse teksten staat lazaret net als in de brontaal steeds voor een geïsoleerd gelegen inrichting, bijv. in een haven, voor lijders aan lepra, pest of andere besmettelijke ziekten en voor reizigers uit besmette of verdachte havens, die er in quarantaine moesten verblijven. In het Italiaans en enkele andere ontlenende talen, zoals het Frans, heeft het woord nog steeds die betekenis. Het Nederlandse woord kreeg echter in de 19e eeuw de betekenis 'militair veldhospitaal', die wel zal zijn overgenomen van Duits Lazarett, vroeger Lazareth [1741; Paul]. Deze betekenisovergang kon wrsch. plaatsvinden door het ontstaan van georganiseerde zorg voor oorlogsgewonden; in een verpleegplaats buiten de bewoonde wereld bevonden zich tot dan toe lijders aan besmettelijke ziekten, maar nu kon ook een militair veldhospitaal lazaret gaan heten.
Fries: lazaret


  naar boven