1.   discus zn. 'werpschijf'
categorie:
leenwoord
Nnl. discus 'stenen of metalen werpschijf; schaal voor hostie; middendeel van bloem; maanschijf, zonneschijf etc.' [1832; Weiland], discus 'houten werpschijf' [1847; WNT Aanv.].
Ontleend aan Latijn discus 'platte schijf'; < Grieks dískos 'id.', bij de stam van het werkwoord dikein 'werpen'. Bij Latijn discus horen ook desk, dis, diskette, diskjockey, en zie ook compact (disc).


  naar boven