1.   quote zn. 'citaat, aangehaalde woorden'
categorie:
leenwoord
Nnl. quote 'citaat' [1984; Van Dale HN], quote 'pakkende uitspraak' in quotes die hij zijn gesprekspartners wist te ontfutselen [1993; Parool].
Ontleend aan Engels quote 'citaat' [1885; OED], een afleiding van quote 'citeren' [1589; OED], oorspr. 'markeren', ontleend aan middeleeuws Latijn quotare 'opsommen, markeren', afgeleid van quot 'hoeveel', zie quota.
Fries: kwote


  naar boven