1.   plenair bn. 'voltallig, in ieders aanwezigheid'
categorie:
leenwoord, pseudo-leenwoord
Nnl. plenair 'volledig, voltallig' in op ... éclatante en plenaire wijze is geprocedeerd 'op afdoende wijze is opgetreden' [1781; iWNT éclatant], plenair congres, plenaire vergadering, plenaire zitting [1886; Kramers].
Pseudo-Franse ontlening aan christelijk Latijn plenarius 'volledig, geheel', naar het model van Franse woorden als primair, secundair enz. Het Franse equivalent is plénier. Het Latijnse woord is afgeleid van plēnus 'vol', zie vol.
Fries: plenêr


  naar boven