1.   silhouet zn. 'schaduwbeeld'
categorie:
leenwoord, eponiem
Nnl. silhouet(te) 'schaduwbeeld, omtreklijn, contour' in zyn keurig getrokken silhouette myner Vriendin [1784; WNT], het zeer gelykend silhouet van wijlen ... de heer Lobry [1818; Leeuwarder Courant], silhouet 'omtrek van een persoon of zaak, met name zoals die zich tegen de hemel aftekent; profiel' in Niets zag ik dan de berkerijzen, wier silhouëtten tegen de lucht afstaken [1860; WNT afsteken], het ... silhouet der stad [1888; WNT fabriek II].
Ontleend aan Frans silhouette 'zichtbare omtrek van een persoon of zaak zoals die zich tegen de hemel aftekent' [1850; Rey], 'getekend, met zwart ingekleurd schaduwbeeld' [1788; Rey], een eponiem, vernoemd naar de Fransman De Silhouette, eerder al portrait à la Silhouette 'schaduwportret (zoals hij ze maakte)' [1782; Dauzat], profil à la silhouette 'tekening en profil' [1765; Rey], à la silhouette 'oppervlakkig, schetsmatig (gemaakt)' [1759; Rey].
Étienne de Silhouette (1709-1767), een controleur-generaal onder koning Lodewijk XV, was berucht om zijn zuinigheid. In zijn korte carrière als minister van Financiën (maart tot november 1759) voerde hij een reeks bezuinigingen door voor de verdere financiering van de Zevenjarige Oorlog (1756-1763). Naar verluidt had De Silhouette zijn kasteel in Bry-sur-Marne opgesierd met eigenhandig vervaardigde, levensgrote, uit zwart papier geknipte schaduwportretten. Een dergelijk portrait à la Silhouette werd een spreekwoordelijke goedkope variant van geschilderde portretten, ofwel vanwege De Silhouettes bezuinigingsdrang, ofwel als verwijzing naar het amateuristische karakter van deze beeltenissen. Silhouetten werden vanaf eind 18e eeuw populair in Duitsland en Nederland.
Literatuur: Sanders 1993
Fries: silhûet


  naar boven