1.   netel zn. 'plant (geslacht Urtica of Lamium)'
categorie:
geleed woord
Mnl. netele, wrsch. 'brandnetel (Urtica)' in warmen wijn dar netelen in ghesoden sijn 'warme wijn waarin brandnetels hebben getrokken' [1287; VMNW]; vnnl. doode oft dooue netel 'dovenetel (Lamium)' [1599; Kil.].
Os. netila (mnd. nettele, en door ontlening o.a. nzw. nässla, nno. nesle); ohd. nezzila (nhd. Nessel); nfri. nettel; oe. netele (ne. nettle); < pgm. *nat-ilō-, verkleinwoord van *natō-, waaruit: ohd. nazza en enkele dialectwoorden voor de brandnetel in het Noord-Germaans, zoals nno. -nòt, -nøtt, -nata, -neta, nzw. natä.
Vanwege de betekenis wrsch. verwant met: Litouws notrė̃ 'brandnetel', Lets nâtre; Proto-Slavisch *natĭ 'wortelloof' (Tsjechisch nať; Zuid-Slavisch alleen Sloveens nát); Oudiers nenaid 'netel' (Proto-Keltisch *ni-nāt-i-). De dentaal in deze woorden correspondeert echter niet rechtstreeks met pgm. *-t- < pie. *-d-. Men reconstrueert voor de Balto-Slavische en Keltische vormen de voltrap pie. *neh2-t- en voor het Germaans de nultrap pie. *nh2-d-. Hier is dus sprake van ontlening van de ene naar de andere taal, of vanuit een derde onbekende taal in het Germaans en het Balto-Slavisch. Verband met naald is hoogst onwaarschijnlijk.
Het simplex duidde oorspr. de brandnetel aan, maar is in die betekenis nu vooral nog BN. De officiële Nederlandse taxonomie kent de brandnetel als verzamelnaam voor planten uit het geslacht Urtica, behorend tot de brandnetelfamilie (Urticaceae) en de dovenetel als verzamelnaam voor planten uit het geslacht Lamium, behorend tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Dodonaeus (1544) spreekt reeds van brandende Netelen en doove Netelen. De dovenetel, vroeger ook wel dode netel genoemd, is genoemd naar de brandnetel vanwege de erop lijkende bladeren, die echter geen huidirritatie veroorzaken.
netelig bn. 'hachelijk'. Vnnl. netelig 'lichtgeraakt (van personen)' in den neteligen Pasquyn [1698; iWNT]; nnl. 'lastig, hachelijk (van zaken)' in Deeze neetelige waardigheid 'dit lastige ambt' [1732; iWNT], Het netelige dilemma [1857; iWNT]. Afleiding van netel in de betekenis 'brandnetel', vanwege de vergelijking met het branderige gevoel op de huid dat ontstaat na aanraking van de brandharen op de bladeren en stengel van de plant.
Fries: nettel


  naar boven