1.   hamvraag zn. 'cruciale vraag'
categorie:
geleed woord
Nnl. hamvraag 'vraag waar een ham mee te verdienen is' [1953; zie onder], 'cruciale vraag' [1971; WNT Aanv.].
Samenstelling uit ham en vraag.
De hamvraag was de laatste in een reeks van vijf vragen bij het radiospel Mastklimmen; degene die het antwoord wist op die laatste vraag, was de winnaar en won een ham. Het programma werd gepresenteerd door Johan Bodegraven en was vanaf 1953 vier seizoenen lang bij de NCRV op de radio te volgen. Omdat de hamvraag de beslissende vraag in Mastklimmen was, kon het woord makkelijk overgenomen worden om een vraag mee aan te duiden die cruciaal of beslissend was, een kernvraag.
Het idee van de te winnen ham was niet nieuw, evenmin als de spelnaam Mastklimmen: dat was een al in de 16e eeuw gespeeld spel waarbij de deelnemers "langs een koord met seep besmeerd naar boven moesten om van den top van den mast een stuck vlees, dat daer op stack, af te halen" (Ter Gouw 1870).
Literatuur: J. Ter Gouw (1870), De volksvermaken, Haarlem


  naar boven