1.   boreling zn. 'pasgeboren kind'
categorie:
geleed woord
Nnl. boorlingje [1864; WNT], boorlingske [1865-70; Schuermans], oorspr. een BN synoniem van zuigeling, later ook NN [1952; Koenen].
Met het achtervoegsel -ling afgeleid van het verl.deelw. geboren van baren; zie ook inboorling.


  naar boven