1.   nasi zn. 'rijstgerecht'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. nassi 'gekookte rijst' [1827; Olivier], nasi goreng 'gerecht van gebakken rijst' [1914; Van Dale], nasi 'nasi goreng' [1992; Van Dale].
Ontleend aan Maleis nasi 'gekookte rijst'. In gerechtnamen uit Nederlands-Indiƫ kwam dit woord meestal voor in combinatie met een specificerend ander Maleis woord. In Nederland raakte vooral de nasi goreng, letterlijk 'gebakken rijst' bekend en populair. In de algemene taal wordt dit vaak verkort tot nasi.
Literatuur: J. Olivier (1827-30), Land- en zeetogten in Nederland's Indie, en eenige Britsche etablissementen, gedaan in de jaren 1817 tot 1826, Amsterdam, 32-3a
Fries: nasi


  naar boven