1. |
tentakel zn. 'vangarm' categorie: leenwoord Nnl. De twee "Tentacula" 'de twee tentakels' [1765; Baster], tentaculen 'tentakels' [1856; Verslagen], tentakels [1857; Gids 2, 283]. Internationaal neologisme (Engels tentacula (mv.) [1752; OED], later tentacle, Frans tentacule [1767; Rey], Duits Tentakel [1808; Meckel]), ontleend aan Neolatijn tentaculum 'tentakel', een afleiding met verkleiningsuitgang van het werkwoord tentare 'aanraken, beproeven', een variant van temptare, zie tentamen. Literatuur: J. Baster (1765), Natuurkundige uitspanningen ..., dl.2, Haarlem, 103; Verslagen (1856), Verslagen en mededeelingen der Kon. Akademie van Wetenschappen, Afd. Natuurkunde, 4, Amsterdam, 16; J.F.Meckel (1808), Beyträge zur vergleichenden Anatomie, Bd.1, Heft 1, Leipzig, 19 Fries: tentakel
|