1.   eer 2 vgw.; bw. 'voordat; vroeger'
categorie:
erfwoord
Onl. ēr (vz.) 'voor' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. eer 'voor, voordat' [1240; Bern.], eer, ere (bw.) 'eerder, vroeger' [1285; CG II, Rijmb.], voorzetsel met 3e of 4e naamval: eer een jaer 'voor een jaar' [14e eeuw; MNW].
Os. ēr 'vroeger, voordien'; ohd. ēr, ē (mhd. ē(r), nhd. eher, ehe); ofri. ēr; oe. ǣr (ne. ere (arch.) 'voordat', early 'vroeg'); got. airis 'voorheen'; < pgm. *airiz, de bijwoordelijke comparatief van pgm. *air, waaruit on. ár 'vroeg' (nzw. arla 'vroeg in de morgen') en got. air. Daarnaast staat de bijvoeglijke comparatief pgm. *airizō, met daaruit mnl. eerre (zie eerder).
De stellende trap *air, die oorspr. 'vroeg op de dag' betekent, is verwant met Grieks ẽri (< *ājeri) 'vroeg', ḗrios 'in de ochtend', en Avestisch ayarə 'dag'; wrsch. uit pie. *h2eier-, *h2eien- 'dag, morgen' (IEW 12), dat misschien de wortel pie. *h2ei 'branden, stralen, schitteren' heeft (IEW 11).
Het gebruik van *airiz als bijwoord, voegwoord en voorzetsel is algemeen West-Germaans. In het hedendaagse Nederlands is de functie van voorzetsel uitgestorven, al herinnert eerlang 'weldra' (mnl. eer iet lanc 'eerlang') hier nog aan. De ontwikkeling van bijwoord naar voegwoord is wrsch. verlopen via de combinatie eer plus voegwoord dat, dat later afsleet (eerdat > eert > eer), maar plaatselijk nog zeer frequent is.
Andere woordparen waarbij, net als bij eer naast eerder, het verschil tussen bijwoordelijke en bijvoeglijke comparatief bewaard is gebleven, zijn min (in min of meer) naast minder en bet- (in betweter, betovergroot-) naast beter. De superlatief van eer heeft in het Nederlands eerst opgeleverd.
eertijds bw. 'voorheen'. Mnl. eertijts 'vroeger' in aent Cooker straetien eertijts Coxstraetien 'aan het Cooker straatje, voorheen Coxstraatje' [1297; CG I, 2382]. Samenstelling met het zn. tijd en met een bijwoordelijke -s. ◆ eerdaags bw. 'een dezer dagen'. Nnl. eerdaags [19e eeuw; WNT]. Ontstaan uit ouder eerstdaags, vnnl. eerstdaeghs [1629; WNT], wrsch. door vereenvoudiging van de uitspraak onder invloed van verbindingen als eerlang 'voordat lange tijd is verstreken' en eertijds. Het is dus oorspr. een samenstelling van eerst met de genitief van het zn. dag.


  naar boven