1.   shampoo zn. 'haarwasmiddel'
Nnl. shampoo 'massage' in wilt gij een shampoo hebben? ... Het wordt gedaan door eene zachte drukking, eene wrijving van het gansche lijf met de vlakke hand [1839; Gids], 'haarwasmiddel' in Shampoo bestaat uit ... Het haar wordt ... met het shampoomiddel ingewreven [1898; Groene Amsterdammer].
Ontleend aan Engels shampoo, aanvankelijk in de betekenis 'massage' [1838; OED] afgeleid van het werkwoord shampoo 'masseren' [1762; OED], dat ontleend is aan Hindi čāmpō, de gebiedende wijs van čāmpnā 'drukken, spieren kneden'. Dit is misschien verwant met Sanskrit capáyati 'slaat, kneedt', mogelijk ontleend aan een niet-Indo-Europese taal. De betekenis van het werkwoord veranderde in het Engelse naar 'hoofdhuid en -haar wassen' [1860; OED]; dat gebeurde met een shampoo liquid 'haarwasmiddel' [1866; OED], later verkort tot shampoo 'id.' [1897; OED]. Deze betekenis is ook door het Nederlands ontleend en werd uiteindelijk de enig gangbare.
Fries: shampoo


  naar boven