|
1. |
innemend bn. 'bekorend' categorie: geleed woord Nnl. innemend 'bekorend', bijv. in deeze Man ..., van een zeer inneemend voorkoomen [1765; WNT]. Teg.deelw. van innemen in de betekenis '(iemand) bekoren', zoals in iemand voor zich innemen 'iemand gunstig gezind maken', met als oudste attestatie Maria, heusch van aart, neemt alle harten in [1655; WNT]. De andere betekenissen van innemen zijn concreet, bijv. 'in beslag nemen; veroveren; (een geneesmiddel) inslikken'; het is mogelijk dat de overdrachtelijke betekenis is ontstaan naar het voorbeeld van Duits einnehmend 'bekorend', het teg.deelw. van einnehmen. Zie ook ingenomen.
|
naar boven
|