1.   injectie zn. 'inspuiting'
categorie:
leenwoord
Vnnl. alleen als bastaardwoord injectie "inworping" [1669; Meijer]; nnl. injectie 'inspuiting' [1824; Weiland].
Als medische term wrsch. rechtstreeks ontleend aan Neolatijn injectio 'id.', dat al als Laatlatijn iniectio een medische betekenis had, een uitbreiding van de klassieke betekenis 'het werpen in'; afleiding van inicere 'werpen in', gevormd uit in- 3 'in-' en -icere, combinatievorm van iacere 'werpen', zie jet 'straalvliegtuig'.


  naar boven