1.   kantoor zn. 'vertrek of instelling waar administratief werk wordt verricht'
categorie:
leenwoord
Mnl. contoor 'kast, kist, koffer waarin men de kasboeken enz. bergt' in int contoor op der scepenen cameren [1300-1450; MNW], ook contoir [1472; Stall. II], comptoir [eind 15e eeuw; MNW toer], kanthoir [1481; MNW], contoir 'zeker vertrek' in vander capelle, contoire ende cameren [1480; MNW]; vnnl. contoir "schrijfcamer" [1567; Nomenclator], kantoor 'werkvertrek van een koopman' [ca. 1615; WNT]; nnl. ook het verkleinwoord kantoortje 'klein vertrek om rustig met een klant te spreken' [1802; WNT], kantoor 'handelszaak' [1785; WNT].
Ontleend aan Frans comptoir 'tafel waaraan handelaren klanten helpen en geld in ontvangst nemen', ouder vaak in de spelling contoir, oudste vorm comptoer [1345; Rey], uit middeleeuws Latijn computorium 'tafel waaraan men rekenwerk verricht' [1274; Rey], een afleiding van het Latijnse ww. computāre 'tellen', zie computer. In het Middelnederlands vond overgang o > a plaats in de lettergreep voor de klemtoon, zoals dat vaker gebeurde in Franse leenwoorden, zie bijv. bazuin.
In het Frans was conter de klankwettige ontwikkeling van het Latijnse ww. computāre; vanaf de 13e eeuw werd de spelling geleidelijk aan het Latijn aangepast en in de 15e eeuw werd compter 'tellen' de gebruikelijke spelling, naast conter 'vertellen, verhalen'. Ook comptoir is een latere spellingaanpassing van contoir, de vorm die in het Nederlands is ontleend.
In het Middelnederlands duidde het woord net als in Frans een meubelstuk aan waarin men de boekhouding e.d. opborg en waaraan men schreef en afrekende. In het Frans bleef dit lange tijd de enige betekenis, maar in het Vroegnieuwnederlands verschoof de betekenis naar 'kamer waar zo'n meubelstuk zich bevindt', waarop alle latere betekenissen zijn terug te voeren. In het hedendaagse kantoor wordt vooral denkwerk en administratief werk verricht, bijv. bij banken, overheidsinstellingen en grote bedrijven. De ontwikkeling is vergelijkbaar met die van Frans bureau.
Het Nederlandse woord is door het Russisch ontleend als kontóra 'kantoor, bureau' (Van der Meulen 1959).
Literatuur: M. Philippa (1996), 'Kantoor', in: OT 65, 101


  naar boven