1.   ad hoc bn. 'voor deze zaak; voor deze speciale gelegenheid'
categorie:
leenwoord
Nnl. ad hoc 'voor deze zaak' [1863; Kramers], 'voor deze speciale gelegenheid' [1984; Dale].
Ontleend aan Latijn ad hoc 'tot, voor deze (zaak)', met het voorzetsel ad (zie ad-) en de accusatief van het voornaamwoord hic 'deze'.
Ad hoc werd steeds na het te bepalen woord geplaatst: een commissie ad hoc. Sinds de betekenisontwikkeling 'voor deze speciale gelegenheid', met ondertonen als 'strikt eenmalig, geen precedent vormend' of 'geïmproviseerd', zelfs 'minderwaardig' of 'wetenschappelijk niet verantwoord', kan de bepaling ook voor het hoofdwoord verschijnen: ad hoc-oplossing, ad hoc-argumenten.


  naar boven