1.   secreet 1 bn. 'geheim, verborgen'
categorie:
leenwoord
Mnl. secreet 'geheim' in Bi secreter dinc 'aan dingen, die niet bekend waren' [eind 14e eeuw; MNW], al 't secreet dat onder hemlieden was [1402-03; Stall.], tot mynen secreten rade 'naar mijn geheime raad' [1460-80; MNW-R].
Ontleend aan Oudfrans secret 'geheim, verborgen' [1380; TLF], dat teruggaat op Latijn sēcrētum 'geheim, verborgen, afgezonderd', het onzijdige zelfstandig gebruikte verl.deelw. van sēcernere 'apart zetten, afscheiden', gevormd met se- 'terzijde' bij cernere 'scheiden met behulp van een zeef, afzonderen, (onder)scheiden', verwant met rein en zie decreet.
Fries: sekreet


  naar boven