1.   fascikel zn. 'aflevering van een tijdschrift of boek'
categorie:
leenwoord
Nnl. eerst nog in de Latijnse vorm in: in den Fasciculus van 1480 'in de bundel folio's uit 1480' [1903; WNT wet I]; dan fascikel 'aflevering van tijdschrift of boekwerk' [1956; Kolsteren].
Gezien de huidige vorm ontleend aan Duits Faszikel 'aflevering van tijdschrift of boekwerk', of aan Engels fascicle 'onderdeel, aflevering(?) van een geschrift' [1647; OED], die beide via Frans fascicule ontleend zijn aan Latijn fasciculus 'bundeltje, pakje geschriften', een verkleiningsvorm van fascis 'bundel', zie fascisme. De betekenisontwikkeling vond in het Frans plaats: 'pakje, bundel (geschriften)' [15e eeuw; Rey], 'hoofdstuk van een boek' [1532; Rey], 'aflevering van een tijdschrift of boek' [1793; Rey].
Fries: -


  naar boven