1.   silicium zn. 'scheikundig element (Si)'
Nnl. silicium "de metallische grondslag der kiezelaarde" [1847; Kramers].
Internationaal wetenschappelijk neologisme, ontleend aan Neolatijn silicium, dat in 1808 als naam voor het zuivere element werd voorgesteld door de Britse scheikundige Sir Humphry Davy (1778-1829), zie ook aluminium. Het woord is gevormd met het achtervoegsel -ium, dat voorkomt in de meeste wetenschappelijke elementnamen, bij Latijn silex (genitief silicis) 'harde steen, kiezelsteen, vuursteen', waarvan de verdere herkomst onbekend is. Silicium en verbindingen met silicium zijn het belangrijkste bestanddeel van zand, stenen en vele andere in de vrije natuur voorkomende kristallen.
Zie ook silicone.
Fries: silisium


  naar boven