1.   populatie zn. 'bevolking, groep soortgenoten'
categorie:
leenwoord
Vnnl. populatie 'bevolking, het bevolken' in de stede ende populatie van Tumibamba [1598; iWNT], populatie van vruchtbare ende onbewoonde Quartieren ... bevorderen [1621; WNT]; nnl. ook 'menging van verschillende erfelijke eenheden' uit die populaties door stamselectie het beste ras (groente) te winnen [1920; WNT].
Ontleend aan Laatlatijn populatio 'bevolking, menigte', afleiding van het werkwoord populare 'bevolken, bewonen', een afleiding van klassiek Latijn populus 'volk', zie populair.
Fries: populaasje


  naar boven