1.   ellips 1 zn. 'kegelsnede'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. Ellipsen "zeer langwerpige Ronden" [1749; WNT weg]. Eerder al de afleiding Ellippische, wrsch. 'elliptische kromme, ellips' [1694; WNT vergaren]. Daarvoor alleen als kunstwoord ellipsis "hooghkeghelsnee" [1658; Meijer].
Ontleend aan Neolatijn ellipsis 'id.', een term die in de 16e eeuw is geherintroduceerd bij het beschrijven van planeetbewegingen, op basis van Grieks élleipsis 'tekort; weglating van woorden', zie ellips 2. De afkapping van de uitgang -is is wellicht beïnvloed door Frans ellipse 'id.' [1625; Rey].
In de 3e eeuw voor Chr. werd deze benaming al bedacht door de Griekse geleerde Apollonius van Perga in een verhandeling over kegelsneden. Voor de twee andere mogelijke kegelsneden bedacht hij de namen hyperbool uit Grieks huperbolḗ 'overschot' en parabool uit Grieks parabolḗ 'overeenstemming'. Deze benamingen hebben te maken met de wijze waarop Apollonius deze geometrische figuren construeerde. Een parabool wordt in een assenstelsel (x,y) voorgesteld met de vergelijking y2=px, met p constant. In een vergelijking voor een ellips wordt van het rechterlid van deze vergelijking een term in x2 afgetrokken en voor een hyperbool wordt er een term in x2 bij opgeteld. Een speciaal geval van een ellips voor p=0 is de cirkel.


  naar boven