1.   sanatorium zn. 'herstellingsoord'
categorie:
geleerde schepping
Nnl. sanatorium 'herstellingsoord voor tuberculosepatiënten' in het Sanatorium, of herstellings-verblijf van het kinderziekenhuis te Amsterdam [1885; Leeuwarder Courant], 'inrichting voor betalende zieken of herstellenden' [1896; Koenen].
Internationaal wetenschappelijke term, gebaseerd op Latijn sanitorius 'genezend', van sānāre 'gezond maken' (zie saneren). De term is een verzelfstandiging van het onz. ev. van laat-Latijn sānātorius 'gezond makend', een afleiding van het onzijdige verl.deelw. sānātum van sānāre 'gezond makend'.
De oudste vindplaats is Engels sanatorium [1839; OED], van waaruit het in het Frans terecht is gekomen [1878; TLF] en in het Duits [19e eeuw; Kluge]. Het is niet duidelijk uit welke van deze beide talen het Nederlandse sanatorium ontleend is.
Fries: sanatoarium


  naar boven