1.   autoped zn. 'step'
categorie:
leenwoord
Nnl. autopède "plankje op 2 kleine wielen met luchtbanden, voorzien van een motor, bestuurbaar, waarop men staande of zittende rijdt; (als kinderspeelgoed) een dergelijk plankje zonder motor, vaak zonder luchtbanden" [1924; Dale], autoped 'step als kinderspeelgoed' [1937; WNT Supp.].
Ontleend aan het inmiddels verouderde Franse woord autopède 'id. (met motor)' [1918], dat wrsch. moet worden gezien als een combinatie van auto- zoals in het eerste lid van autobus, autocar, automobile (zie auto), en de uitgang -pède (< Latijn pedis 'voet', genitief van pēs, zie voet) van vélocipède 'fiets', zie ook velo.
De autopède werd in 1917 in Frankrijk geïntroduceerd naar het idee van een soortgelijk voertuigje dat in Britse en Amerikaanse oorlogsfabrieken werd gebruikt (Grand Larousse Encyclopedique, 1960). In het moderne Frans is het woord onbekend en dus vermoedelijk tezamen met de zaak verdwenen; de autoped als speelgoed heet er trottinette. In het Nederlands is de naam voor de gemotoriseerde versie wel overgegaan op de speelgoedversie. Inmiddels heeft het woord in het spraakgebruik veelal plaatsgemaakt voor step, in Nederland meer dan in België. Geen van beide woorden gebruikt men overigens in het Engels; daar zegt men scooter (zie scooter), het Duits heeft Roller.
Fries: autopet


  naar boven