1.   bekaaid bn. 'slecht'
categorie:
geleed woord, uitleenwoord
Vnnl. bekaet 'met waterkeringen omringd' [1514; MNW becaet], bekaeyt 'teleurgesteld' [1610-20; WNT], er bekaait uitkomen 'er slecht vanafkomen' [1644; WNT bekaaien]; nnl. er bekaaid afkomen 'id.' [1896; WNT].
Verl.deelw. van bekaaien 'opsluiten, vangen; verstrikken'. Het meest wrsch. lijkt de interpretatie dat dit woord gevormd is uit het voorvoegsel be- en mnl. ca, cay, caey 'kade, aarden waterkering van geringe afmetingen' [1457; MNW], zie kade. Het Vroegnieuwnederlandse werkwoord becayen, becaden kon betekenen 'te dicht bij de kade gedreven worden (en daardoor stuurloos zijn), bijv. '... worstelde met zyn bekayde schip [1672; WNT bekaaien]. Daarnaast betekende het echter ook 'bekaden, door middel van kaden insluiten', bijv. doen die Heemraden ... deselve waye wederom bekayen 'laten de Heemraden dat gat in de dijk weer bekaden' [1569; WNT zwoord]; bij overdrachtelijk gebruik kan dit 'vangen, verstrikken' gaan betekenen. In het Zweeds bestaat de uitdrukking illa bekajad 'slecht aan toe' [1541]; het werkwoord bekaia 'verstrikken, verward raken' [1521], bijv. in Dieffuulen haffuer så bekayat theres hierta, at ... 'de duivel heeft hun hart zo verstrikt, dat ...' [1530], is volgens Hellquist en SAOB uit het Nederlands overgenomen, evenals Deens bekaiet 'gevangen'.
De eveneens bestaande betekenis bekaaien 'naar lucht snakken' [1678; WNT] heeft ertoe geleid dat men dacht aan verwantschap met het werkwoord bekeeuwen 'flauw vallen, sterven' [1620; WNT], afleiding met be- van keeuwen, dat vooral gezegd wordt van vissen "die in slecht water naar boven komen om lucht" (WNT). Dat lijkt, gezien de oudste betekenissen, onjuist. De interpretatie dat bekaaid zou behoren bij mnl. kei, kay 'keisteen' (EDale), waarbij bekaaien dus eigenlijk 'bewerpen met stenen' zou betekenen, is zeer onwrsch.
Het deelwoord kan onder meer ook betekenen 'versuft, verbijsterd', 'verlegen', 'niet meer goed bestuurbaar (van een schip)' bijv. in Dan stierd' ick 'tschip bekaeyt, en seyld' een quade streeck 'toen stuurde ik het schip verkeerd en zeilde ik in de verkeerde richting' [1623; WNT].
Literatuur: Boekenoogen 1897, 410; SAOB B 924 e.v.; F. de Tollenaere (1994) 'Etymologica: bekaaid en bekaaien', in: TNTL 110, 129-140
Fries: bekaaid


  naar boven