1.   a zn. 'stromend water, riviertje'
categorie:
substraatwoord
Onl. ā 'water, rivier' in geografische namen als Gusaha (in Duitse bron; vandaar -aha) [776; Künzel 158], super fluuium Golda, letterlijk 'Goudwater' [876; Künzel 153]. Mogelijk ook als eerste deel in de samenstelling onl. alendi /ā-/ 'eiland' [10e eeuw; W.Ps.]. Als losstaande waternaam mnl. aa [1288; CG I, 1319].
Os. aha; ohd. aha 'water, rivier'; ofri. ā, ē (nfri. ie); oe. ēa; on. á; got. ahwa; < pgm. *ahwō- 'water, rivier'. Uit pgm. *agwjō-, een afleiding hiervan, is onder meer eiland ontstaan.
Buiten het Germaans is de enige zekere verwant Latijn aqua 'water'; andere verbindingen zijn twijfelachtig, zoals die met waternamen als Russisch Oka, Litouws Akẽle en Illyrisch Aquincum. De grondvorm luidt wrsch. pie. *akw- < *h2ekweh2-. Daarnaast staat een wortel pie. *āp- < *h2eh2p (die voorkomt in Sanskrit āp- 'water'; Oudpruisisch ape; Litouws ùpė- 'rivier') en een vorm *ab-, die geleid heeft tot Latijn amnis 'rivier'; Oudiers ab. Deze wortel *āp- werd vaak als doublet van pie. *akw- gezien, maar dat is onmogelijk. Te overwegen is of dit woord een substraatwoord is dat behoort tot het Oudeuropees van Krahes riviernamen.
Naast de vorm onl. ā bestond de variant ē: aquam qui dicitur E 'water dat E genoemd wordt' [ca. 1200; Künzel 122]. Dit is de Noordzee-Germaanse vorm die nog terug te vinden is in Scharmster Ee (Groningen), Dokkumer Ee, Edam (genoemd naar de Purmer Ee), Overflakkee (het water aan gene zijde van de vlakke, de rustige Ee), Zierikzee (< mnl. Sierixee 'Siriks Ee, de Ee van Sigerik'). De Friese en Noord-Hollandse (oorspr. West-Friese) vorm is ie zoals in de Waterlandse Dieën (waarbij Die een versmelting is van de Ie, dus van het lidwoord en de naam) en in Krommenie (de kromme Ie). Ook 't IJ gaat terug op een ouder Ie, dat vaak als IJe werd geschreven. De huidige uitspraak moet berusten op een foute interpretatie van deze spelling. Een geslachtsverandering zoals bij het IJ vindt in de volksmond wel vaker plaats. Zo spreekt men in Nieuwendam van het Groot Die en het Klein Die, in Amsterdam van het Singel, in Antwerpen van het Scheld en in Utrecht van het Wijk. Dat 't IJ als sandhi-vorm is ontstaan (op d'Y > opt Y > op 't Y), lijkt minder wrsch.
Literatuur: Schönfeld 1970, par. 33; Vendryès 1959; H. Krahe (1964) Unsere ältesten Flußnamen, Wiesbaden; Mayrhofer 1987, 81-82; P. Lendinara (1990) 'The Survival of Indo-European Words in Old Frisian' in: Bremmer e.a. 1990, 305; K. Gildemacher (1990) 'Some Remarks on Old Frisian Appellatives Denoting "Fresh Water" in a Geographical Sense' in: Bremmer e.a. 1990, 150; Philippa 1992b
Fries: ie
2.   a capella
categorie:
leenwoord
Zie: kapel
3.   a priori bw. 'op voorhand'
categorie:
leenwoord
Vnnl. a priori "van vooren" [1658; Meijer]; nnl. a priori "van voren af, uit de rede" [1824; Weiland], apriori "d.i. a priori = van te voren, een argument apriori wordt afgeleid uit eene voorafgaande zaak" [1899; Woordenschat].
Ontleend aan Latijn ā priōri met het voorzetsel ā 'van, af' en de ablatief van prior 'eerst', zie prior.
4.   baza(a)r zn. 'oosterse marktplaats, grote winkel, fancy-fair'
categorie:
leenwoord
Vnnl. besaren (mv.) 'oosterse markten' [1572; WNT], basar 'oosterse markt' [1676; WNT].
Ontleend aan Perzisch bāzār 'markt'. Het is een internationaal woord, dat mogelijk rechtstreeks uit het Perzisch of anders via het Arabisch of een Zuid-Europese taal is overgenomen. In 1340 was bazarra in Genua reeds een gebruikelijk woord voor 'marktplaats'. De sterke verbreiding in de Europese talen wordt wel toegeschreven aan de invloed van de verhalen uit Duizend en één nacht. Pas toen van dit werk vertalingen begonnen te verschijnen (de eerste was van de hand van de Fransman Galland en dateert van 1704-1717) raakte het woord algemeen ingeburgerd in Europa.
Vanaf de 19e eeuw kreeg bazaar in veel Europese talen de betekenissen 'fancy-fair' en 'winkel': Duits Basar [16e eeuw]; Engels bazaar [1599]; Frans bazar (< Middelfrans bathzar [1432]). Naast 'winkel' komt in Vlaanderen ook de betekenis 'rommel, rotzooi' voor. Ook Maleis pasar 'markt', zoals in pasar malam '(avond)kermis, -markt', is ontleend aan het Perzisch, zie pasar.
Literatuur: Philippa 1991
Fries: bazaar


  naar boven