1.   ammehoela tw. 'nooit van mijn leven'
categorie:
eponiem
Nnl. am(m)ehoele, amenoele, aan me hoela [ca. 1928; Sanders 1993].
Wisselvorm van ammenooitniet, dat zelf weer een eufemistische variant is van aan me reet. De uitroep gaat "eventueel gepaard met een klap op de eigen, even naar achteren gedrukte bil" (Endt 1972). De term ontstond aan de Revue in Amsterdam als woordspeling op de naam van de Afghaanse koning Amanoellah (1892-1960). Deze moest in 1929 aftreden, nadat zijn pogingen om zijn land naar westers model te hervormen tot een burgeroorlog hadden geleid. De uitroep is ten onrechte toegeschreven aan de komiek Johan Buziau.
Literatuur: Sanders 1993; Coster 1998


  naar boven