1.   limoen zn. 'citrusvrucht (Citrus aurantifolia)'
categorie:
leenwoord
Mnl. lymoen 'citrusvrucht' in appele van orangen of grote zideren of lymoenen 'sinaasappels of grote citroenen of limoenen' [1350-1400; MNW]; vnnl. limone 'citrusvrucht' in oranges, citroonen, limonen [1598; WNT uitgenomen]; nnl. limoen 'groene citrusvrucht' in de reclameslogan Fa, met de wilde frisheid van limoenen [1972; Philippa 1991].
Via Frans limon 'citroen, limoen' [ca. 1314; Rey] en Italiaans limone 'id.' [14e eeuw; DELI] ontleend aan Arabisch laimūn, līmūn 'citroen, limoen', waarschijnlijk ontleend aan Perzisch līmū, verbogen vormen līmūn(-), 'id.', dat ontleend moet zijn aan een Maleis-Polynesische taal. Mogelijk is de -n niet op het Perzisch terug te voeren, maar is -on een Spaans vergrotingsachtervoegsel bij het reeds eerder ontleende lime 'citroen'. Via het Spaans-Arabisch zou het Arabisch dan weer de vorm līmūn hebben terug ontleend.
Limoen werd in het Middelnederlands en Vroegnieuwnederlands gebruikt voor citroenen en andere citrusvruchten; het woord raakte na de 19e eeuw in onbruik en kwam pas in de tweede helft van de 20e eeuw weer op, speciaal als benaming voor de groene vruchten van de Citrus aurantifolia.
De limoen is inheems in Zuidoost-Azië en werd door de Arabieren in het Midden-Oosten en Noord-Afrika geïmporteerd en gecultiveerd. In de periode van de kruistochten (11e-13e eeuw) raakte de vrucht ook in Zuid-Europa bekend.
lemmetje, limmetje zn. (NN) 'limoen'. Vnnl. ronde vrugten, zoo groot als een Limmetje [1667; WNT limmet]; nnl. Limmetjens zyn de gemeenste vruchten in Surinamen ..., het is een soort van kleine Citroenen [1730; WNT limmet], een zuur lemmetje [1746; WNT lemmetje]. Ontleend aan Spaans of Portugees lima 'limoen', dat zelf ontleend is aan een Arabische nevenvorm līmā van līmūn 'citroen, limoen'; omdat het een kleine vrucht betrof, kreeg lim(a) het Nederlandse verkleiningsachtervoegsel -etje, zie -tje, met als resultaat limmetje en later ook de variant lemmetje. Het woord werd zowel in Oost- als West-Indië gebruikt voor kleine soorten citrusvruchten en is in Suriname blijven bestaan als lemmetje 'limoen'. Ik ga even lemmetjes plukken is in het Surinaams Nederlands een eufemisme voor 'ik moet even plassen'. In het Afrikaans bestaat het woord als lemmetjie.
Literatuur: Philippa 1991, 27-28
Fries: limoen


  naar boven