1.   likeur zn. 'zoete alcoholische drank'
categorie:
leenwoord
Vnnl. liqueur 'alcoholische drank' in brouwers ... huere waeteren ende liqueuren 'brouwers, hun brandewijnen en likeuren' [1576; WNT verkrijgen].
Ontleend aan Frans liqueur 'zoete alcoholische drank' [1372; Rey], eerder al algemener 'vloeistof' [ca. 1160; Rey], ontleend aan Latijn liquor (genitief liquōris), 'vloeistof', afleiding van liquēre 'vloeibaar zijn'.
Latijn liquēre is verwant met: Oudiers fliuch 'vocht', Welsh gwlith 'dauw'; Tochaars A lyīktsi 'wassen'; < pie. *uleikw- 'bevochtigen' (LIV 696).
Fries: likeur


  naar boven