1.   seance zn. 'spirituele sessie'
categorie:
leenwoord
Nnl. séance 'zitting, dagzitting' [1824; Weiland], 'vergadering' in bij wien ik ... eene séance der redactie van den Olijftak bijwoonde [1838; WNT redactie], 'bijeenkomst waar proeven van vaardigheid of vreemde gebeurtenissen worden gedemonstreerd, spirituele sessie' in of hij er niet tegen opziet om aan een zeer ernstige séance deel te nemen [1888; WNT wijn].
Ontleend aan Frans séance 'zitting' [13e eeuw; Rey], een afleiding van séant, het tegenw.deelw. van seoir 'zitten' [980; Rey] (nog in s'asseoir 'zich neerzetten', verwant met zitten.
Eerst had seance een algemene betekenis (bijv. van een vergadering, van een schildersmodel). In het midden van de 19e eeuw kreeg het de gespecialiseerde betekenis 'zitting van spiritisten', waarvan een medium te midden van de aanwezigen in contact probeert te treden met de wereld van de geesten. Dat is thans vrijwel de e nige betekenis.
Fries: seânce


  naar boven