Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) wordt met dit vierde deel afgesloten; voor een vijfde deel is geen financiering gevonden. In dit vierde deel van het EWN staan 2351 lemma’s. In veel gevallen wordt in een lemma meer dan een trefwoord beschreven; meestal gaat het daarbij om eenvoudige afleidingen. Bij elkaar worden zo ca. 2960 woorden behandeld. Het EWN is in de tweede helft van de jaren 1980 door dr. W. Pijnenburg van het Leidse Instituut voor Nederlandse Lexicologie opgezet. Begin jaren 1990 droeg hij het project over aan dr. M. Philippa, die vervolgens dr. F. Debrabandere en dr. A. Quak aanzocht om samen met haar de hoofdredactie te vormen. Op 1 april 2006 zijn dr. T.H. Schoonheim en dr. N. van der Sijs tot de hoofdredactie toegetreden. De vijf hoofdredacteuren hebben de werkzaamheden onderling verdeeld; om praktische, bibliografische en historische redenen is de naam van dr. M. Philippa vooropgezet, zoals in de vorige delen.
Het project kreeg al snel de bijnaam Kiliaanproject, naar de zestiende-eeuwse lexicograaf Cornelius Kiliaan, oftewel Cornelis van Kiel. Diens bekendste boek is het Etymologicum teutonicae linguae (3e editie 1599), een woordenboek Nederlands-Latijn en tegelijkertijd het eerste (wetenschappelijk bedoelde) etymologische woordenboek van het Nederlands. Kiliaan beschrijft de woorden van zijn eigen (Brabantse) dialect en vergelijkt ze met die uit andere gewesten en andere talen.
De doelstelling van het Kiliaanproject is een goed, degelijk, wetenschappelijk en toch leesbaar etymologisch woordenboek van het Nederlands tot stand te brengen, waarin de laatste wetenschappelijke inzichten en informatiebronnen zijn verwerkt, zoals de gegevens uit de Oudnederlandse en Vroegmiddelnederlandse woordenboeken en de recentste etymologische en historische woordenboeken van andere, met name Germaanse, talen. In het EWN wordt speciale aandacht gegeven aan de oudste dateringen van woorden en aan de vorm- en betekenisontwikkelingen binnen het Nederlands.
Van 1997 tot april 2005 is het project financieel gesteund door veel instellingen, fondsen en particulieren (zie de dankbetuigingen in deel 1 en 2). Voor het beheer van de financiën werd een speciale stichting opgericht, de Kiliaanstichting (een stichting in ruste sinds 2006). Door financiële strubbelingen duurde het tot november 2003 voordat het eerste deel van het EWN kon worden uitgegeven. De volgende drie delen zijn volgens planning met telkens twee jaar tussenpozen verschenen. In 2005 is het project ondergebracht bij het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) te Leiden. Dit instituut heeft van 1 april 2005 tot 1 november 2009 de kosten van de bureauredactie op zich genomen.
De tekst van het complete EWN is vanaf eind november 2009 beschikbaar op de website www.etymologie.nl. Na de voltooiing van het EWN zullen er geen gedrukte delen meer verschijnen, maar de informatie op de website zal zoveel mogelijk up-to-date gehouden worden en waar nodig gecorrigeerd. Ook zullen er nieuwe gegevens aan de website toegevoegd worden door vrijwilligers. Bovendien zullen de trefwoorden van het EWN op termijn gekoppeld worden aan de andere woordenboeken van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, en het materiaal uit het EWN kan ten goede komen aan nieuwe lexicografische producten.
Het EWN is een wetenschappelijk etymologisch woordenboek voor het moderne bovenregionale Nederlands. Dat betekent dat er in principe geen verouderde en dialectale trefwoorden zijn opgenomen, hoe interessant die etymologisch gezien ook kunnen zijn. Voor de basisselectie van de trefwoorden in het EWN is uitgegaan van Van Dale Groot woordenboek van hedendaags Nederlands en Verschueren Groot encyclopedisch woordenboek. Het boek is alfabetisch opgezet.
Het spreekt vanzelf dat een etymologisch woordenboek veel minder gelede woorden bevat dan een beschrijvend woordenboek. Samenstellingen en afleidingen krijgen in beginsel alleen een eigen ingang als ze qua betekenis en ontwikkeling belangrijk afwijken van wat op grond van de samenstellende delen of het simplex verwacht kan worden. Bij de trefwoordkeuze is geprobeerd zo objectief mogelijk te zijn, maar subjectiviteit is niet uit te sluiten. Sommige gelede woorden zijn als sublemma opgenomen.
In totaal bevat het EWN ruim 10.000 ingangen. In veel gevallen worden in een lemma meerdere trefwoorden beschreven; meestal gaat het daarbij om eenvoudige afleidingen. Bij elkaar worden zo ruim 13.000 woorden behandeld.
In het kopje van ieder lemma (woordenboekartikel) staat een betekenis. Deze betekenis is niet volledig, maar dient er uitsluitend toe om een aanwijzing te geven van wat de inhoud ongeveer is: gaat het bijvoorbeeld om een keukeninstrument of een zoogdier. Expliciete betekenisontwikkelingen worden in het lemma zelf behandeld, soms uitsluitend bij de attestaties met dateringen en soms ook in de verdere discussie.
Bij ieder woord wordt een eerste attestatie vermeld, de eerste schriftelijke bewijsplaats die de redactie heeft kunnen vinden. Bij latere vorm- en betekenisontwikkelingen worden opnieuw dateringen gegeven. Dateringen geven aanwijzingen omtrent de cultuur van een bepaalde periode, maar men mag ze nooit als absoluut beschouwen. Niet alle woorden worden meteen opgeschreven (dit geldt zeker voor de oudste periode) en niet alle bronnen staan ter beschikking van een woordenboekmaker.
Bij een groot aantal leenwoorden staat dat ze al dan niet via het Frans zijn ontleend aan het Latijn. Het is in die gevallen niet duidelijk welke van deze mogelijkheden juist is; zelfs kunnen beide als rechtstreekse bron voor het Nederlands hebben gediend. Heel vaak zien we in het Nederlands eerst een Latijnse vorm verschijnen en later een Franse. Soms houden we die Latijnse vorm nog heel lang vast, zoals bijvoorbeeld het geval is bij analyse, dat in de 17e en 18e eeuw steevast als analysis werd geschreven en daarna plotseling nauwelijks meer.
Correspondentieadres: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, ewn@inl.nl.
Dr. F. Debrabandere, naamkundige en dialectoloog
Dr. M.L.A.I. Philippa, oudgermanist en scandinavist; gepensioneerd universitair docent historische Nederlandse taalkunde
Prof. dr. A. Quak, germanist en scandinavist; universitair hoofddocent, Universiteit van Amsterdam, bijzonder hoogleraar Universiteit Leiden
Dr. T.H. Schoonheim, historisch taalkundige, naamkundige en lexicoloog, INL Leiden
Dr. N. van der Sijs, historisch taalkundige en slavist, INL Leiden
Drs. J.D. Balkenende, historisch taalkundige en slavist, INL Leiden
Dr. J.B. den Besten, universitair hoofddocent Algemene Taalwetenschap en Afrikaans, Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: Jiddisch, Hebreeuws, Semitisch; woorden
Dr. R. Derksen, Indogermanist, Universiteit Leiden. Specialisatie: Baltische accentologie; Indo-Europees
Prof. dr. J. Gerritsen, em. hoogleraar Rijksuniversiteit Groningen. Specialisatie: oude dateringen
Drs. R.A.C.A.M. Geuljans, romanist te Manduel (Frankrijk). Specialisatie: (Oud)frans
Prof. dr. L. De Grauwe, hoogleraar Duits, Rijksuniversiteit Gent. Specialisatie: Oudnederlands; Germanistiek
Dr. I. van Hardeveld, historisch taalkundige Nederlands. Specialisatie: oude dateringen, Middelnederlands
Prof. dr. J. Hoekstra, hoogleraar Universiteit Kiel (Duitsland). Specialisatie: (Oud)fries
Dr. W.J.J. Honselaar, universitair hoofddocent Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: Russisch en andere Slavische talen
Drs. J. ten Hoonte, bioloog. Specialisatie: biologische termen
Dr. G.J. Kroonen, scandinavist, germanist, vergelijkende taalwetenschapper. Specialisatie: substraattalen
Drs. P.N. Kuiper, Talen en culturen van China, Universiteit Leiden. Specialisatie: Chinees en Japans
Dr. G.J. Mulder, medewerker Spaanse taal en cultuur, Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: Spaans, Catalaans, Portugees
Dr. H.C.B. Perridon, universitair hoofddocent taalkunde van de Scandinavische talen, Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: Scandinavisch
Drs. J. Posthumus, anglist, gepensioneerd universitair medewerker Rijksuniversiteit Groningen. Specialisatie: Engels, oude dateringen
Dr. E. Roegiest, medewerker Vakgroep Romaanse Talen en Taal & Communicatie, Universiteit Gent. Specialisatie: taalkunde Romaanse talen en Portugees
Dr. A. Schippers, universitair docent Talen en Culturen van het Nabije Oosten aan de Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: Arabisch
Prof. dr. G.A.J. Tops, em. hoogleraar Algemene en Vergelijkende Taalkunde, Universiteit Antwerpen. Specialisatie: Germaans en Engels
Dr. M.A.C. de Vaan, Indogermanist, Universiteit Leiden. Specialisatie: Indo-Europees
Dr. A. Vanderheyden, medewerker Vakgroep Romaanse talen, Universiteit Antwerpen. Specialisatie: historische taalkunde Romaanse talen, met name Frans
Dr. F.M.J. Waanders, gepensioneerd universitair docent Grieks, Universiteit van Amsterdam. Specialisatie: klassieke talen; Indo-Europees
Drs. J. van den Berg, anglist
Drs. ir. M.J. Hoekstra, bouwkundige en neerlandicus
Drs. J.H.J. Luif, neerlandicus
D. Masure, student scandinavistiek
Drs. A. Roeleveld, anglist en oudgermanist
Drs. mr. K.F. Rottschäfer, jurist en oudgermanist
Dr. E. Ruijsendaal, historisch taalkundige
Drs. J.J. Wagemakers, neerlandicus en lexicoloog
Prof. dr. H. Bennis, Meertens Instituut Amsterdam
Prof. dr. M. Devos, Universiteit Gent
Prof. dr. A.M. Lubotsky, Universiteit Leiden
Dr. W.J.J. Pijnenburg, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Universiteit Leiden
Prof. dr. F.P. Weerman, Universiteit van Amsterdam
Prof. dr. R. Willemyns, hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de Vrije Universiteit Brussel
Prof. dr. R.S.P. Beekes, em. hoogleraar Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap, Universiteit Leiden
Drs. A.T. Boersma-Van der Mark, frisist
Dr. D. Boutkan (overl.), substraatspecialist
Dr. F. Claes S.J. (overl.), lexicograaf en lexicoloog
M. De Coster, specialist jargon, slang en neologismen
Dr. Y. Coutant, romanist te Bellegem
Dr. C. de Groot, universitair docent Hongaars aan de Universiteit van Amsterdam
L. Hendriksen, bureauredacteur
Prof. dr. T. Hofstra, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, specialist Fins
K. Kloostra, bureauredacteur
Dr. E.H. van der Linden, universitair hoofddocent Roemeens aan de Universiteit van Amsterdam
Lic. B. Mesotten, specialist kerkelijke (met name katholieke) geschiedenis en terminologie
Dr. M. Rem, specialiste Middelnederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen
J. Seitz, bureauredacteur
K. Stroobants, bureauredacteur
Prof. dr. E. Polomé (overl.), em. hoogleraar Vergelijkende Taalkunde aan de Universiteit van Austin, Texas
Gerbrand Bakker | Jacques van Keymeulen |
Dorine van den Beukel | Marco Keurentjes |
Martijn Bezuijen | Wil Pijnenburg |
Rolf Bremmer | Hester Pit |
Dana Constandse | Carole Post van der Linde |
Rick Derksen | Margit Rem |
Magda Devos | Kees Samplonius |
Marianne Elsakkers | Ewoud Sanders |
Marie-Louise Gerla | Jan Seitz |
Dirk Glandorf | Jan Seitz |
Annette Goddijn | Katrien Stroobants |
Jan Heersche | Piet Verhoeff |
Wil Pijnenburg | Rina de Vries |
De volgende studenten hebben lemma's geschreven voor een van de verschenen delen binnen het kader van het college Etymologie van Marlies Philippa:
Walter Bakhuis | Eva Kuijper |
Gerbrand Bakker | Susanne Kuijpers |
Jeroen Balkenende | Denis Kuznetsov |
Anita van Beek | Jasmina Maksimovic |
Janneke Belt | Joke Manshanden |
Dorine van den Beukel | Saskia van der Meij |
Jantine Beuvens | Jeroen van der Meulen |
Martijn Bezuijen | Fred Mostert |
Laurens Bloem | Astrid Mulder |
Floor ten Brink | Han Nijdam |
Marleen Cannegieter | Natasja Odelevskaja |
Quin van Dijk | Marrigje Paijmans |
Anita van Beek | Hester Pit |
Rafael Fischer | Julia Poptsowa |
Maya Frijn | Karling Rottschäfer |
Janina Gatzky | Sarah de Ruyter |
Annette Goddijn | Nathalie Sala |
Maarten Govaarts | Ans Schoorlemmer |
Fleur van Groen | Jan Seitz |
Peter de Grood | Tanja Sjoemilowa |
Maarten van der Gulik | Brigit Slechte |
Cathy Halsema | Jessica Smit |
Dieuwke van der Have | Mireille Snels |
Freek Havermans | Rosa Spanjaard |
Liselot van Heesch | Ranko Steusel |
Hella Hendriks | Anna Stolk |
MaartenJan Hoekstra | Thijs van Tongeren |
Esther Hol | Irit van der Veldt |
Anna Ietswaart | Marjolein Verdam |
Betty Klaasse | Inge Weel |
Tamara Kleinveld | Elsbeth van Wees |
Pasja Kloboekov | Vincent Weggema |
Sasja Koetsier | Josephine Wernsen |
Lonneke Koolman |
Aan het totstandkomen van het eerste deel van het EWN hebben de volgende fondsen en instellingen financieel bijgedragen:
Algemeen Nederlands Verbond
Carl Lieve Fonds
De Frans Mortelmans Stichting
Genootschap Onze Taal
K.F. Heinfonds
Kuijper Klassiek
M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting
Prins Bernhard Fonds
Spoorwegpensioenfonds
Staatsdrukkerij Uitgeverij Sdu
Stichting VSB Fonds
Vereniging van Oudgermanisten
Verder heeft de stichting donaties ontvangen van de volgende personen:
Harry Cohen te Tervuren BE
Dr. J.C. Elias-Lexis te Amersfoort NL
Drs. G.W. van Gulik te Delft NL
Dr. J. van IJzeren te Eindhoven NL
G. Hesselink te Assen NL
Dr. M. Philippa te Amsterdam NL
W.J.M. Sterenborg te Tilburg NL
Aan het totstandkomen van het tweede deel van het EWN hebben de volgende instellingen, fondsen en particulieren financieel bijgedragen:
ACLC, Onderzoekinstituut voor Taal en Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam
Algemeen Nederlands Verbond
Carl Lieve Fonds
Delta Lloyd Personeelsfonds
Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam
De Frans Mortelmans Stichting
M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting
Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen
Kuijper Klassiek
W.J.M. Sterenborg
Stichting LOUT
Een anonieme mecenas
De Nederlandse Taalunie is verantwoordelijk voor de financiering van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, waar het EWN sinds 2005 is ondergebracht.
Voor enkele etymologische problemen, met name wat betreft dateringen, voor deel drie en vier hebben lezers van het tijdschrift Onze Taal waardevolle suggesties gedaan, na een oproep van ons in het juli/agustusnummer van 2007 en het juninummer van 2009; wij zijn daarvoor zeer dankbaar. Het Philips Bedrijfsarchief heeft informatie verschaft over recorder en de familie van L.F.A. (Frits) Bode over vlizotrap. Voorts zijn wij Jan Luif en Annelies Roeleveld dankbaar voor hun suggesties bij het lezen van de drukproeven van deel drie en vier, en Jasmijn van Splinter voor haar assistentie bij de verwerking van correcties in de kopij.
De grootste dank verdienen evenwel alle medewerkers van en betrokkenen bij het EWN die er in heden en verleden met grote inzet en veel enthousiasme voor hebben gezorgd dat het boek tot stand kon komen. Hun namen staan hierboven vermeld. De instellingen waaraan de redactieleden zijn verbonden, de Belgische en Nederlandse universiteiten, hebben hun medewerkers voor een deel van hun taak vrijgesteld voor het werk aan het EWN. Het project heeft ook steeds een beroep kunnen doen op onbezoldigde medewerkers. Hun werk is van onschatbare waarde geweest.
Bij een klein aantal lemma's staan feiten (vooral dateringen) vermeld die niet uit een schriftelijke bron afkomstig zijn, maar uit persoonlijke waarneming van een redacteur, een adviseur of een buitenstaander. In onderstaande lemma's wordt melding gemaakt van een persoonlijke waarneming door de volgende personen.
adapteren | Annelies Roeleveld |
affaire | Marlies Philippa |
alfa | Johan Gerritsen, schriftelijke mededeling d.d. 31-10-2000 |
ba 2 | Dana Constandse |
bamzaaien | Johan Gerritsen, schriftelijke mededeling d.d. 31-10-2000 |
baxter | Frans Debrabandere |
beat | Annelies Roeleveld |
berline | Frans Debrabandere |
bermuda | Ir. W.A. de Vries, in 1947 voor de KPM aanwezig in het Caraïbisch gebied, mondelinge medeling juni 2001 |
bijstaan | Annelies Roeleveld en Marlies Philippa |
bissen | Frans Debrabandere |
boslandcreool | Annelies Roeleveld |
brocante | Frans Debrabandere |
desktop | Marie-Louise Gerla |
filet | Edgar Polomé |
flamboyant | Annelies Roeleveld |
galgje | Jeroen Balkenende, Johan Gerritsen |
ge-te | Luc De Grauwe |
-gewijs | Luc De Grauwe |
hospiteren | Jeroen Balkenende |
interim | Guy Tops |
kap | Guy Tops |
mans | Victor Kuijper |
mazzel | Johan Gerritsen |
pief | Johan Gerritsen |
tosti | Adri Nijsen |
vinkje | Frans Moene |