vorige    inhoudsopgave    volgende

Herkomstcategorieën van de lemma's

De optie 'geavanceerd zoeken' op de website geeft de mogelijkheid om via een uitklapmenu een overzicht te krijgen van woorden met eenzelfde herkomst. De volgende herkomstcategorieën zijn opgenomen in het uitklapmenu:

Erfwoord

Erfwoorden zijn woorden die via de gemeenschappelijke voorouder het Germaans teruggaan op het Indo-Europees of Proto-Indo-Europees.

Substraatwoord

Substraatwoorden zijn woorden die herleid worden tot een substraattaal, een taal die werd gesproken in het gebied waar de Germanen zich later vestigden. Hun taal liet sporen na in het Germaans. Men veronderstelt dat de meeste substraatwoorden in het Germaans afkomstig zijn van een niet-Indo-Europese substraattaal. De discussie over welke woorden het betreft en om hoeveel woorden het gaat, wordt nog gevoerd.

Dergelijke substraatwoorden zijn aan de volgende kenmerken te herkennen:

  1. Ze komen voor in een beperkt taalgebied, bijvoorbeeld alleen in het Germaans, of alleen in het Germaans en Latijn.

  2. Ze kunnen moeilijk tot een passende Indo-Europese wortel gereconstrueerd worden; als men via de bekende klankregels gaat reconstrueren hoe het woord er oorspronkelijk moet hebben uitgezien, blijkt het niet-Indo-Europese klanken te bevatten of niet-Indo-Europese variaties te bezitten, zoals varianten met en zonder nasaal voor een medeklinker (stronk naast struik, dorpel naast drempel, honk naast hok).

  3. Ze maken deel uit van bepaalde betekenisvelden als lichaamsdelen en huisraad, schepen, houtbewerking, planten en dieren. Voorbeelden zijn aak, aal, been en bord.

Leenwoord

Leenwoorden zijn woorden die zijn overgenomen uit een andere taal, zowel qua klank (en/of spelling) als qua betekenis. Leenwoorden zijn bijvoorbeeld delinquent, elegant en kaviaar. Leenwoorden kunnen in de loop van de tijd aangepast worden aan Nederlands. Zo ontstaan bastaardwoorden: min of meer aangepaste woorden die toch nog op een of andere manier herkenbaar zijn als leenwoord, zoals etalage, meloen of officier.

Leenvertaling

Bij een leenvertaling worden de verschillende delen van een vreemd woord letterlijk vertaald. Leenvertalingen zijn altijd afleidingen of samenstellingen. Voorbeelden van leenvertalingen zijn ezelsbrug als vertaling van Latijn pons asinorum, letterlijk 'brug van ezels', en grootvader als vertaling van Frans grand-père.

Leenbetekenis

Niet alleen woorden worden overgenomen uit andere talen maar ook betekenissen: in dergelijke gevallen krijgt een al bestaand Nederlands woord (vaak al eerder aan een andere taal ontleend) er een betekenis bij die uit een andere taal afkomstig is. Een voorbeeld is curriculum, dat in de betekenis 'levensloop, levensbeschrijving' ontleend is aan Latijn curriculum (vitae) 'loop, gang (van het leven)'. De betekenis 'leerplan, aanbod van lessen of colleges' is ontleend aan Engels curriculum 'leerplan, opzet van de studie'.

Pseudo-leenwoord

Pseudo-leenwoorden zijn woorden die een leenwoord lijken te zijn, maar bij nader onderzoek niet blijken te bestaan in de taal die de brontaal lijkt; ze zijn dus gevormd in het Nederlands op grond van uitheemse woorden of woorddelen. Zo is acclimatiseren een pseudo-leenwoord, gevormd op basis van Frans acclimater.

Geleed woord

Gelede woorden zijn samenstellingen of afleidingen. Een samenstelling is gevormd door de samenvoeging van twee of meer zelfstandige woorden tot een nieuw woord, bijvoorbeeld huisdeur, van huis en deur. Afleidingen zijn gevormd door de toevoeging van een voor- of achtervoegsel aan een bestaand woord, bijvoorbeeld lieflijk, van lief met het achtervoegsel -lijk.

Verkorting

Verkortingen zijn woorden die in de loop van ontstaan zijn uit een langere variant, bijvoorbeeld aanrecht uit aanrechtbank. Hieronder vallen ook letterwoorden en lettergreepwoorden, zoals vut (van vervoegde uittreding) en doka (van donkere kamer).

Samensmelting, tautologie, contaminatie

Het samentrekken van twee woorden (botel van boot en hotel, optelefoneren van opbellen en telefoneren) of het verbinden van twee woorden die hetzelfde betekenen, bijv. damhert, keurslijf, eidereend, lintworm.

Intensiefvorming en frequentatief

Intensiefvormingen zijn expressieve werkwoorden die het bedoelde op krachtiger wijze uitdrukken. Daartoe kunnen verschillende middelen worden gebruikt: verscherping (verstemlozing) van een medeklinker, bijv. kappelen uit kabbelen; geminatie, bijv. Nederlands likken tegenover Middelnederlands liken 'gelijk maken'; overgang van fricatief naar occlusief en tegelijk geminatie in bibberen, kabbelen tegenover beven, kavelen, ook bukken (stemloos) tegenover buigen (stemhebbend); ts in gletsen tegenover glijden.

Frequentatieven zijn werkwoorden die zijn afgeleid met het achtervoegsel -elen of -eren, dat een herhaalde handeling uitdrukt, bijv. trappelen bij trappen, bibberen bij beven. Het achtervoegsel -elen of -eren wordt regelmatig gecombineerd met intensiefvormingen.

Vernoemingswoorden: eponiemen, geoniemen of merknamen

Vernoemingswoorden zijn woorden die oorspronkelijk een persoonsnaam, plaatsnaam of merknaam waren en dus naar een persoon, plaats of merk zijn vernoemd, en vervolgens soortnaam zijn geworden. Soortnamen die teruggaan op een persoonsnaam, noemt men eponiemen. Een voorbeeld is de aardappelsoort bintje, vernoemd naar Bintje Jansma, de ijverigste leerling van hoofdonderwijzer en aardappelkweker K.L. de Vries uit Suameer in Friesland. Soortnamen die teruggaan op een plaatsnaam, heten geoniemen. Voorbeelden zijn amsterdammertje 'anti-parkeerpaaltje', bikini (naar het atol Bikini in de Stille Zuidzee), daalder (naar het Joachimsthal in Tsjechië) en damast (naar Damascus). Merknamen die soortnaam zijn geworden, zijn bijvoorbeeld aspirine, linoleum, vaseline en waxine 'theelichtje'.

Klankwoord

Bij klankwoorden gaat het in de eerste plaats om klanknabootsingen: taalvormen waarbij door het woord een ongearticuleerde klank wordt nagebootst, zoals het geluid dat een vogel maakt (vandaar vogelnamen als kievit, koekoek, kraai), maar ook vormen als rikketikken, gerommel (van de donder) en blaten. Ook uitroepen zijn klankwoorden; deze bevatten soms klankcombinaties die in 'gewone' Nederlandse woorden niet voorkomen, bijvoorbeeld ai, hoi, goh en pst. Tot slot vallen onder de klankwoorden koos-, lok- en brabbelwoorden zoals aai(en), poes (uit ps), ba(h) en papa.

Geleerde schepping

Geleerde woordscheppingen zijn 'bedachte woorden', woorden die min of meer bewust aan de taal zijn toegevoegd en die zijn gevormd van vreemde elementen; meestal zijn ze in een andere taal gevormd. Voorbeelden zijn conservatorium en deodorant.

Purisme

Purismen zijn woorden die in het Nederlands gevormd zijn ter vervanging van vreemde woorden en bastaardwoorden. Voorbeelden zijn dagtekenen (ter vervanging van dateren) en driehoek (als leenvertaling van Latijn triangulum). De meeste purismen zijn afleidingen of samenstellingen, gelede woorden dus.

Bedenker bekend

Van sommige woordscheppingen is bekend wie het woord heeft bedacht. Voorbeelden zijn het Verkavelingsvlaams van Geert Van Istendael, de minkukel van Marten Toonder, de regelneef van Kees van Kooten en epibreren van Simon Carmiggelt.

Metanalyse

Metanalyse is het verschijnsel dat een foneem (vaak een n) wordt toegevoegd of juist vervalt aan het begin van een woord, door verkeerde scheiding van het voorafgaande woord (vaak den, een). De woordgrens is dus verkeerd gelegd, door onjuiste analyse van de woordgroep, bijv. aak < naek, naecke, adder < nadder, nonkel < mijn/den onkel.

Uitleenwoord

Uitleenwoorden zijn woorden die het Nederlands heeft uitgeleend aan een andere taal, zoals ansjovis (Duits Anschovis; Deens ansjos; Zweeds ansjovis en Russisch ancóus) en appelsien (Duits Apfelsine, Zweeds apelsin, Russisch apel'sin). Uitleenwoorden kunnen in het Nederlands zowel erfwoorden als leenwoorden zijn.

Terugleenwoord

Terugleenwoorden zijn uitleenwoorden die door het Nederlands zijn teruggeleend, meestal in een nieuwe betekenis. Voorbeelden zijn boulevard (dat als bolwerk aan het Frans is uitgeleend), en mannequin (dat als mannekijn aan het Frans is uitgeleend).

Volksetymologie

Met volksetymologie wordt het verschijnsel aangeduid dat een vreemd, ongewoon, ondoorzichtig of onbekend woord een verandering in vorm of betekenis ondergaat, door associatie met beter bekende woorden. Enkele voorbeelden zijn hangmat uit hamaca, toneel uit tineel en avontuur uit aventure, die respectievelijk in verband zijn gebracht met hangen, tonen en avond.

Alleen in België of Nederland

Via de aanduiding 'alleen in België of Nederland' kan men de woorden vinden waarbij ergens in het lemma de indicatie BN of NN voorkomt, ofwel: specifiek Belgisch-Nederlandse of Nederlands-Nederlandse standaardtalige of boven-regionale woorden die (vrijwel) uitsluitend in een van deze geografische varianten van het Nederlands voorkomen. Voorbeelden zijn baxter, BN voor 'infuus', en coffeeshop, NN voor 'gelegenheid waar softdrugs verkrijgbaar zijn'.

Vormverschil België/Nederland

Sommige woorden kennen in het BN en NN een vormverschil, bijvoorbeeld BN bureel naast NN bureau.

Betekenisverschil België/Nederland

Sommige woorden kennen in het BN en NN een betekenisverschil, bijvoorbeeld arrondissement, in het BN 'onderafdeling van een provincie', in het NN 'rechtsgebied van een rechtbank', in het BN ook 'administratieve onderafdeling van een provncie'.

vorige    inhoudsopgave    volgende

Literatuurlijst

ABäG: Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik

AD: Algemeen Dagblad, verschenen vanaf 1946; recente jaargangen toegankelijk via www.lexisnexis.nl

Adams, D.Q. (1999), A Dictionary of Tocharian B, Amsterdam

Alg. Ned. Enc. = Algemeene Nederlandsche encyclopedie voor den beschaafden stand (1865-68), 15 delen, Zutphen

Ampzing, S. (1628), 'Nederlandsch tael-bericht', in: Zwaan (1939), 133-191

Anderson, R.R./U. Goebel/O. Reichmann (1986-…), Frühneuhochdeutsches Wörterbuch , Berlin

Anttila, R., P. Nummenaho (2000), Selected loans into Finnish and Baltic-Finnic, Napoli

Apeldoorn, C.G.L., T. Beijer (1997), Van achilleshiel tot de toorn van Zeus. Bijbelse en mythologische eponiemen in de Nederlandse taal, Den Haag

Apherdianus, P. (1552, 1581), Tyrocinium linguae Latinae, Antwerpen

Appel, R. (1990), Voetbaltaal, 's–Gravenhage

Arsy, J.L. d' (1643, 1651, 1699), Het groote Woordenboeck vervattende den Schat der Nederlandtsche Tale, met een(e) Fransche uyt(–)legginge, Rotterdam/Utrecht

Asbaghi, A. (1988), Persische Lehnwörter im Arabischen, Wiesbaden

Baale, J. (1908), Handwoordenboek van vreemde woorden, uitdrukkingen, enz., Zutphen

Babiniotis, G (1998) Lexikó tis néas ellinikís glóssas, Athene

Backer, C.A. (1936, herdruk 2000), Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen, Amsterdam/Antwerpen

Bakel, J. van (1997), 'Dorsvloerbenamingen', in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 69, 85-142

Bakema, P. e.a. (2003), Vlaams-Nederlands woordenboek; van ambetanterik tot zwanzer, Antwerpen

Bakker, J.J.M. e.a. (1959 en 1967), Winkler Prins Woordenboek met encyclopedische informatie, Amsterdam

Bal, J. (1899), Verklarend woordenboek met platen voor België en Nederland, Gent/Brussel

Baldinger, K., e.a. (1974-), Dictionnaire étymologique de l'ancien français, Québec-Tübingen

Barnhart, R., zie BDE

Bartels, K. (1996), Wie Berenike auf die Vernissage kam, 77 Wortgeschichten, Darmstadt

Bartels, K. (1998), Wie der Steuermann im Cyberspace landete, 77 neue Wortgeschichten, Darmstadt

Battaglia, S. (1961-2002) Grande dizionario della lingua italiana, Torino

Battisti, C., G. Alessio (1950-57), Dizionario etimologico italiano, Firenze

Bauwens, I. (1910-14), Nederlandsch Woordenboek en Kunstwoordentolk der Geneeskunde, Antwerpen/Aalst

BDE: R. Barnhart (red.) (1988), The Barnhart Dictionary of Etymology New York, herdruk (2000) onder de titel Chambers Dictionary of Etymology

Beekes, R.S.P. (1990), Vergelijkende taalwetenschap. Tussen Sanskrit en Nederlands, Utrecht

Beekes, R.S.P. (1996), 'Ancient European Loanwords', in: Historische Sprachforschung 109, 215-236

Beekes, R.S.P. (1998), 'Een nieuw Indo-Europees etymologisch woordenboek', Mededelingen van de Afdeling Letterkunde van de KNAW, 61-69

Beele, W. (1975) Studie van de Ieperse persoonsnamen uit de stads- en baljuwsrekeningen 1250-1400, Leuven

Beem, H. (1967), Resten van een taal. Woordenboekje van het Nederlandse Jiddisch, Assen/Amsterdam

Beem, H. (1970), Jerŏsche. Jiddische spreekwoorden en zegswijzen uit het Nederlandse taalgebied, Assen

Beem, H. (1974), Uit Mokum en de Mediene, Assen

Beitr.Ae.: A. Bammesberger (1979), Beiträge zu einem etymologischen Wörterbuch des Altenglischen. Berichtigungen [...] von F. Holthausen, Heidelberg

Benau, P. (1809) Nieuw Nederduytsch en Fransch Woordenboek en Nouveau dictionnaire françois-flamand, Gent

Benecke, G.F. e.a. (1854-66) Mittelhochdeutsche Wörterbuch, Leipzig

Benkö, L. (1992-97), Etymologisches Wörterbuch des Ungarischen I-III, Budapest

Bense, J.F. (1926-39) A dictionary of the Low-Dutch element in the English vocabulary, London

Berkel, G. & K. Samplonius (1995), Nederlandse plaatsnamen. De herkomst en betekenis van onze plaatsnamen, Utrecht

Berlaimont, N. van (1536, 1553), Vocabulare van nyeus gheordineert, Antwerpen

Bern.: L. de Man/P.G.J. van Sterkenburg (ed.) (1977), Het Glossarium Bernense: een Vroegmiddelnederlandse tweetalige Latijns-Limburgs woordenlijst, 's–Gravenhage

Besten, H. den (1992) 'De makke van de etymologie van koloniale woorden in het Nederlands', in: Jaarboek van de Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie: Overzicht van het jaar 1991, Leiden, 52-82

Bilderdijk, W. (1822), Geslachtlijst der Nederduitsche naamwoorden, op stellige taalgronden gevestigd, Amsterdam; tweede editie (1832-34) als Verklarende geslachtlijst ..., Amsterdam

Binnart, M. (1654), Biglotton sive dictionarium Teutonico Latinum Novum, Utrecht

Binnart, M. (1659), Biglotton Amplificatum Sive Dictionarium Teuto-Latinum Novum, Antwerpen

Bjorvard, H. & F.O. Lindeman (2000), Våre arveord: etymologisk ordbok, Oslo

Blok, H. & H. ter Stege (1995, 2000), De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis, Leidschendam

Blussé, A. (1811, 1828), Dictionnaire portatif françois & hollandois et hollandois & françois Dordrecht

Bo, L.-L. De (1873, 1892), Westvlaamsch idioticon, Brugge

Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaansche Volkstaal, Leiden

Boeventaal: De Boeventaal. Zakwoordenboekje van het Bargoensch Dokkum (1906), in: Boeventaal & Gabbertaal. Twee Bargoense woordenboekjes uit de eerste helft van de 20ste eeuw Soest 1999; tevens als bron 32 in Moormann (2002)

Boey, T. (1773), Woordentolk of Verklaring der voornaamste onduitsche en andere woorden in de hedendaagsche en aloude Rechtspleginge voorkoomende 's–Gravenhage

Bomhoff Hz., D. (1822, 1832, 1851, 1861), Nieuw woordenboek der Nederduitsche en Engelsche taal, Nijmegen

Bomhoff Hz., D. (1835), Nieuw Nederduitsch-Fransch woordenboek, Zutphen

Bomhoff Hz., D. (1840, 1857), Complete English-Dutch and Dutch-English Pocket-Dictionary, Zutphen

Bomhoff Hz., D. (1857), Nieuw groot woordenboek der Nederlandsche taal, Leiden

Bomhoff Hz., D. (1858), Nieuw Handwoordenboek voor de spelling der Nederduitsche Taal, Leiden

Bos, F. (1912, 1914, 1955), De vreemde woorden. Verklarend woordenboek, Amsterdam

Bos zakgids: D. Bolle, I. Bos (1911), Bos' Zakgids voor het Hotel-, Restaurant- en Banketbakkersbedrijf ten Dienste van Hoteliers, Restaurateurs, Banketbakkers, Koks, Kellners, Amsterdam

Bosch N.Jzn., A. ten (1911), Het Viertalig technisch woordenboek, Deventer

Bosworth/Toller: An Anglo-Saxon Dictionary based on the manuscript collections of the late Joseph Bosworth. Oorspronkelijke uitgave 1838, later uitgebreid door T.N. Toller, voor het laatst uitgebreid in 1972 door A. Campbell.

Boutillier, J. (1483 e.v.), Somme ruyrael, Antwerpen

Boutkan, D. (1998), 'On the form of North European substratum words in Germanic', in: Historische Sprachforschung 111, 102-133

Boutkan, D.(1999), 'II. Pregermanic Fish in Old Saxon Glosses: On alleged Ablaut patterns and other formal deviations in Gmc. substratum words', in: ABäG 52, 11-26.

Boutkan, D. &#amp; A. Quak (red.) (2000), Language contact; substratum, superstratum, adstratum in Germanic languages (= ABäG 54), Amsterdam

Boutkan, D. &#amp; S.M. Siebinga (2005), Old Frisian Etymological Dictionary, Leiden

Boutkan, D. (1998), 'On the form of North European substratum words in Germanic', in: Historische Sprachforschung 111, 102-133

Boutkan, D. (1999), 'II. Pregermanic Fish in Old Saxon Glosses: On alleged Ablaut patterns and other formal deviations in Gmc. substratum words', in: ABäG 52, 11-26

Bouvink muziek: z.a. (1772) Verhandeling over de muziek, Den Haag (Bouvink)

Brandt, C.D.J. & M.H. de Haan (1930, 1953) Het vreemde woord. Nieuw geïllustreerd vreemde woorden boek Utrecht

Bree, C. van (1987), Historische grammatica van het Nederlands, Dordrecht

Bremmer jr., R.H. en G. van der Meer & O. Vries (ed.) (1990), Aspects of Old Frisian Philology (= ABäG 31/32; Estrikken 69) Amsterdam/Atlanta/Groningen

Bremmer jr., R.H. en J. van den Berg (ed.) (1993), Current trends in West Germanic etymological lexicography, Leiden

Bremmer jr., R.H. en T.S.B. Johnston & O. Vries (ed.) (1998), Approaches to Old Frisian Philology (= ABäG 49; Estrikken 72), Amsterdam/Atlanta/Groningen

Broeckaert, J. (1895), Bastaardwoordenboek, Gent

Broersma, R.G. (1970), Recht voor z'n raap. Jargonboek voor hippe en andere vogels, Leiden

Brok, H. (1991), Enkele bloemnamen in de Nederlandse dialekten, Amsterdam

Brok, H. (1993), Van vergeet-me-nietje tot gebroken hartje. Over de herkomst van bloem- en plantnamen in de Nederlandse taal, 's–Gravenhage

Bruijn-van der Helm, J. de (1992), Merce, moneta e monte. Termini commerciali italiani attestati nei testi neerlandesi dei secoli XVI e XVII, Utrecht

Buys, E. (1769-78), Nieuw en volkomen Woordenboek van Konsten en Weetenschappen, Amsterdam

BvW: O. Bloch & W. von Wartburg (1968), Dictionnaire étymologique de la langue française, Paris

Calisch, I.M. & N.S. Calisch (1864), Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal Tiel/'s–Gravenhage. Zie ook Van Dale

Calisch, I.M. (1871: EN, 1875: NE), Nieuw volledig Nederlandsch-Engelsch en Engelsch-Nederlandsch woordenboek = New complete dictionary of the English and Dutch languages, Tiel

CEDEL: E. Klein (1966-67 (1977), A Comprehensive Etymologicial Dictionary of the English Language, Amsterdam/London/New York

Centrum: dagblad Het Centrum, verschenen van 1884-1941; jaargangen 1910-30 digitaal toegankelijk via de Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl)

Černych, P.Ja. (1993), Istoriko-ètimologičeskij slovar' sovremennogo russkogo jazyka, Moskva

CG I (met paginanummer): M. Gysseling (1977-87), Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300) 's–Gravenhage. Reeks I met ambtelijke bescheiden uit 1210-1300

CG II (met tekstnaam): M. Gysseling (1977-87), Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300) 's–Gravenhage. Reeks II met literaire teksten

Chantraine, P. (1968-80), Dictionnaire étymologique de la langue grecque, Paris

Chomel, M.N. (1743, 1778), Algemeen huishoudelijk–, natuur–, zedekundig- en konstwoordenboek, Leiden

Claes s.j., F. (1982), 'Fragmenten van twee Middelnederlandse woordenboeken', in: LB 71, 393-426.

Claes s.j., F. (1994a), 'Oude dateringen van Nederlandse woorden', in: LB 83 (1994), 197-234.

Claes s.j., F. (1994b), 'Vroegere dateringen I', in: Trefwoord 9 (1994), 68-71.

Claes s.j., F. (1995), 'Simon Stevin als bron voor Kiliaan', in: TNTL111 (1995), 55-64.

Claes s.j., F. (1996), 'Vroegere dateringen III', in: Trefwoord 11 (1996), 153-159.

Claes s.j., F. (1997), 'Vroegere dateringen dan bij De Vries en De Tollenaere', in: Trefwoord 12 (1997-1998), 155-181.

Claes s.j., F. (1998), 'Doorbreking van het Kiliaanse ijzeren gordijn', in: Trefwoord 13 (1998-99), 186-191.

Cleasby, R. & G. Vigfússon (1975), An Icelandic-English dictionary

Clerck, W. de (1981), Nijhoffs Zuidnederlands woordenboek, 's-Gravenhage/Antwerpen

Coëlho, M.B. (1946 e.v.), Practisch verklarend zakwoordenboek der geneeskunde, 's Gravenhage

Cohen, P. (1935), Reklame-woorden verklaard, Amsterdam.

Coolhaas, W.P. (ed.) (1960, 1964, 1968), Generale Missiven van gouverneurs-generaal en raden aan Heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie I,II,III, Den Haag

Corleva, J. (1741), De schat der Nederduitsche wortel-woorden, Amsterdam

Corominas, J. (1980-91), Diccionario crítico etimológico castellano e hispánico Madrid

Corominas, J. (1980-91), Diccionari etimològic i complementari de la llenga catalanaBarcelona

Corpus ANW: Neologismencorpus voor het Algemeen Nederlands Woordenboek. Zie www.inl.nl

Coster, M. De (1992), Woordenboek van jargon en slang, Amsterdam

Coster, M. De (1999), Woordenboek van neologismen. 25 jaar taalaanwinsten, Amsterdam/Antwerpen

Coster, M. De (2001), Woordenboek van eufemismen en politiek correct taalgebruik, Amsterdam/Antwerpen

Coster, M. De (2002), Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans, Den Haag/Antwerpen

Cowan, H.K.J. (1971, 1974), 'Prae-Indo-Europese relicten in de Nederlanden?', in: LB 60, 159-198 en LB 63, 215-260

Croonenberg (1984), E. , R. Zuidinga, J. Roelands (samenstellers), De dagen (serie Wat een Taal), Amsterdam

Da Cunha, A.G. (1982), Dicionário etimológico Nova Fronteira da língua portuguesa, Rio de Janeiro. Met Supplement in 1986

Daghreg. Bat. (1623-80): H.T. Colenbrander e.a. (red., 1896-1904), Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India, 's-Gravenhage, 9 delen

Dale, J.H. van Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal (en titelvarianten). Jaartallen per druk: 1:1864 (zie Calisch), 2:1872, 3:1884, 4:1898, 5:1914, 6:1924, 7:1950, 8:1961, 9:1970, 10:1976, 11:1984, 12:1992, 13:1999; 14: 2005

Dale HN, van: Groot woordenboek van hedendaags Nederlands. Jaartallen per druk: 1:1984, 2:1991, 3:2002

Dale Hwb. HN, van: Van Dale handwoordenboek van hedendaags Nederlands. Jaartallen per druk: 1:1988, 2:1996

Dale Hwb., van: Van Dale Handwoordenboek der Nederlandse taal (en titelvarianten). Jaartallen per druk: 1:1915, 2:1917, 3:1920, 4:1925, 5:1948, 6:1950, 7:1956, 8:1975, 9:1982

Dale Zwb., van: J.H. van Dale Van Dale's zakwoordenboekje der Nederlandse taal, vanaf 1878, met titelvarianten

Dalen-Oskam, K. van & M. Mooijaart (2000), BijbelsLexicon Amsterdam.

Dam, C. van (1940) 'De Spaanse woorden in het Nederlands', in: Bundel opstellen van oud-leerlingen aangeboden aan prof.dr. C.G.N. de VooysGroningen/Batavia, 86-103

Damhouder, J. de (1555 e.v.), Practijcke ende hantboeck in criminele saken, Antwerpen

Dasypodius, P. (1542 e.v.), Dictionarium Latinogermanicum, Straatsburg (Hildesheim/New York 1974)

Dasypodius, P. (1556), Dictionarium Germanicolatinum, Antwerpen

Dauzat, A. & J. Dubois & H. Mitterand (2001), Dictionnaire étymologique et historique du français, Paris

DEAF: K. Baldinger e.a. (1974-), Dictionnaire étymologique de l'ancien français, Québec-Tübingen

Debrabandere, F. (1994), 'Oude West-vlaamse woorden', in: De Leiegouw XXXVI, 285-324

Debrabandere, F. (2000), Wat woorden weten. Over woorden en hun geschiedenis, Amsterdam/Antwerpen

Debrabandere, F. (2002), West-Vlaams etymologisch woordenboek, Amsterdam/Antwerpen

Debrabandere, F. (2003), Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk, Amsterdam

Debrabandere, F. (2004), 'Voortonige versterking in het West-Vlaams', in: Taeldeman, man van de taal, schatbewaarder van de taal (red. J. De Caluwe e.a.), 387-390

Debrabandere, F. (2005), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek, Amsterdam/Antwerpen

Debrabandere, F. (2007), Zeeuws etymologisch woordenboek, Amsterdam/Antwerpen

Degnbol, H. e.a. (1989-), Ordbog over det norrøne prosasprog = A dictionary of Old Norse prose, København

Delamarre, X. (2001), Dictionnaire de la langue gauloise: une approche linguistique du vieux-celtique continental, Paris

Delattre, J. (1943), De invloed van het Spaans en het Portugees op de Westeuropese talen Brussel (apart nummer van Levende Talen 11)

Delftse Bijbel (1477), Die bible in duytsche, Delft. Herdruk: De Delftse bijbel van 1477, Amsterdam/Alphen aan den Rijn 1977

DELI: M. Cortelazzo/P. Zolli (1984-91), Dizionario etimologico della lingua italiana, Bologna

Derksen, R. (2008), Etymological Dictionary of the Slavic Inherited Lexicon, Leiden

Deux Aes: G. van Wingen (1562) Biblia: dat is, De gantsche Heylighe Schrift, grondelick ende trouvvelick verduydtschet, etc., Emden

Devos, M. (1991), Bouwlandtermen in de Vlaamse dialecten, z.p.

Devoto, G. (1968) Avviamento alla etimologia italiana; Dizionario etimologico, Firenze

Diat.: C.C. de Bruin (red.) (1970), Het Luikse diatessaron, Leiden

Dibbets, G.R.W. (1995), De woordsoorten in de Nederlandse triviumgrammatica, Amsterdam

Diefenbach, L. (1857 en 1867), (Novum) Glossarium Latino-Germanicum mediae et infirmae aetatis, Frankfurt

Diez, F. (1887), Etymologisches Wörterbuch der romanischen Sprachen, Bonn

Dodonaeus (1554), Cruyde Boeck, Antwerpen

Dodonaeus (1583), Stirpium Historiææ Pemptades sex sive libri XXX, Antwerpen

Dodonaeus (1608, herdruk 1618 en 1644), Herbarius oft Cruydt-Boeck, Leiden

Donselaar, J. van (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Muiderberg

Donselaar, J. van (1994), 'Vroege vondsten van woorden bij Nederlanders in hun Zuidamerikaanse koloniën tot 1800' in , Trefwoord 8, 28-34

Donselaar, J. van (1995), 'Vroege(re) dateringen van dierenamen in bronnen over Zuid-Amerika', in: Trefwoord 10 (1995), 84-90

Donselaar, J. van (1996), 'Woorden in de Surinaamse plakkaten van de zeventiende eeuw en hun presentie en datering in het WNT', in: Trefwoord 11 (1996), 133-141

Donselaar, J. van (1997a), 'Vroege vindplaatsen van woorden (1624/1644) in de boeken van Iohannes de Laet', in: Woordenaar 1 (1997) 1, 9-10

Donselaar, J. van (1997b), 'Koopmanschappen bij Herlein (1718). Hun presentatie en dateringen in het WNT', in: Woordenaar 1 (1997) 2, 6-8

Donselaar, J. van (1997c), 'Vroege(re) dateringen van dierennamen in bronnen over Zuid-Amerika (II)', in: Trefwoord 12 (1997-1998), 182-186

Donselaar, J. van (1998a), 'Vroege(re) dateringen van dierennamen in bronnen over Zuid-Amerika (III en algehele analyse)', in: Trefwoord 13 (1998-1999), 197-204

Donselaar, J. van (1998b), 'Dateringen van enige gallicismen uit oude bronnen (1682/1777) over Suriname', in: Woordenaar 2 (1998) 1, 7-9

Donselaar, J. van (1998c), 'Vroege vindplaatsen bij Van Linschoten (1596) en Ruiters (1623)', in: Woordenaar 2 (1998) 2, 6-7

Donselaar , J. van (1999a), 'Vroege vondsten van vogelnamen', in: Woordenaar 3 (1999) 1, 13

Donselaar, J. van (1999b), 'Dateringen in het WNT: een steekproef en een lijst van vroege vondsten', in: Woordenaar 3 (1999) 2, 12-14

Donselaar, J. van (2000a), 'Vroege dateringen van dierennamen', in: Woordenaar 4 (2000) 1, 20

Donselaar, J. van (2000b), 'Vroegere en nauwkeuriger dateringen dan in het Etymologisch Woordenboek van Van Dale', in: Trefwoord 2000

Dozy, R. (1867), Oosterlingen. Verklarende lijst der Nederlandsche woorden die uit het Arabisch, Hebreeuwsch, Chaldeeuwsch, Perzisch en Turksch afkomstig zijn 's–Gravenhage/Leiden/Arnhem

Du Cange (1678, latere alleen herdrukken): C. du Fresne, sieur de Du Cange Glossarium mediae et infimae latinitatis, Parijs.

EDale: P.A.F. van Veen & N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek. De herkomst van onze woorden Utrecht/Antwerpen, 2e druk

EDuden: Duden Etymologie. Herkunftswörterbuch der deutschen Sprache, Wien/Zürich 1989

Eigenhuis, K.J. (2004) Verklarend en etymologisch woordenboek van Nederlandse vogelnamen, Amsterdam

Elffers, H. & W. Viljoen (1908), Beknopt Nederlands Woordenboek voor Zuid-Afrika, Kaapstad

Elsevier: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, verschenen van 1891-1940

Ende, C. van den (1654-56, 1665, 1669, 1681, 1695-97, 1710), Le gazophylace de la langue Françoise et Flamende. Schatkamer der Nederduitsche en Francoische tale, Rotterdam.

Endt, E. (1972, 1974), Bargoens woordenboek, Amsterdam

Ernout, A. & A. Meillet (1985), Dictionnaire étymologique de la langue latine, Paris

Essen, J. van (1938), Beschrijvend en verklarend handwoordenboek der psychologie, Haarlem

EWA: G.J. van Wyk e.a. (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch

Eyk, H.J. van (1916), Algemeen Technisch Woordenboek, Amsterdam

Falk, H. & A. Torp (1960), Norwegisch-Dänisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Feist, S. (1939), Vergleichendes Wörterbuch der gotischen Sprache, mit Einschluss des Krimgotischen und sonstiger zerstreuter Überreste des Gotischen, Leiden

FEW: W. von Wartburg (1922-2003), Französisches Etymologisches Wörterbuch, Bonn/Basel

FHW: Frysk Wurdboek. Hânwurdboek fan 'e Fryske taal. Frysk-Nederlânsk (1984) en Nederlânsk-Frysk (1985), Ljouwert

Flou, K. De (1914-18), Woordenboek der toponymie van Westelijk-Vlaanderen, Gent

Fock, L.C.E.E. (1855), Natuur- en geneeskundig Etymologisch Woordenboek, Gorinchem

Focke, H.C. (1855), Neger-Engelsch woordenboek, Leiden; digitaal raadpleegbaar via http://www.sil.org/americas/suriname/SurinameDicts.html

Fraenkel, E. (1962-65), Litauisches etymologisches Wörterbuch Heidelberg/Göttingen

Francescato, G. (1963), 'Sull'influsso lessicale italiano in Olanda nel XVIII seclo', in: Lingua Nostra XXIV, 6-10

Francescato, G. (1966), 'Contributi alle studio degli elementi italiani in olandese', in: Studi di Filologia Italiana XXIV, 443-607

Friederici, G. (1947), Amerikanistisches Wörterbuch, Hamburg

Frieseman, H. (1810), Nieuw Nederduitsch-Latijnsch woordenboek, Zutphen

Frings, Th. (1966-68), Germania Romana, Halle, 2 delen

Frisk, H. (1960-72) Griechisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Fuchs, J.W. e.a. (1970-2005), Lexicon latinitatis nederlandicae medii aevi, Leiden

Fuchs, L. (1543), Den nieuwen herbarius, dat is, Tboec van den cruyden, Basel

FvW: N. van Wijk (1912, herdruk 1949 incl. Supplement), Franck's etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal 's–Gravenhage

FvWS: C.B. van Haeringen (1936), Franck's etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal. Supplement, 's–Gravenhage

Gabbertaal: De Gabbertaal. Woordenlijst van het Bargoens, Rijswijk (1937), in: Boeventaal & Gabbertaal. Twee Bargoense woordenboekjes uit de eerste helft van de 20ste eeuw Soest 1999; tevens als bron 56 in Moormann (2002)

Gabler, E. (1859 e.v.), Latijnsch-Hollandsch woordenboek over de geneeskunde en de natuurkundige wetenschappen, Utrecht.

Gail.Brugge: L. Gilliodts-Van Severen (1879-85), Inventaire des archives de la ville de Bruges. Inventaire des chartes. Table des noms de famille, tables des noms de lieux et glossaire flamand par Edw. Gailliard, Brugge

Gail.Haz.: E. Gailliard (1894-1905) De keure van Hazebroek van 1336 Gent.

Gallas, K. (FN 1904, NF 1907 e.v.), Fransch woordenboek, Sneek

Gallée, J.H. (1903), Vorstudien zu einem altniederdeutschen Wörterbuche Leiden.

Gamillscheg,E. (1969), Etymologisches Wörterbuch der französischen Sprache, Heidelberg

Gamkrelidze, T.V. & V.V. Ivanov (1984), Indoevropejskij jazyk i indoevropejcy, Tbilisi.

Gärtner, K. e.a. (1992), Findebuch zum mittelhochdeutschen Wortschatz, Stuttgart

GCW: z.a. (1984), Het geïllustreerde computerwoordenboek, Utrecht/Antwerpen

Geirnaert, N. & M. Mooijaart (1992), 'Een onbekende middelnederlandse oorkonde uit 1265 van de schepenen van het Brugse vrije', in: Taal en Tongval 44, 71-75

Gelder, H. van (1993), Aju paraplu. Gevleugelde woorden van radio en televisie, Amsterdam

Genaust, H. (1983), Etymologisches Wörterbuch der botanischen Pflanzennamen, Stuttgart

Georges, K.E. en H. (1913), Ausführliches lateinisch-deutsches Handwörterbuch, Darmstadt

Gerritsen, J. (2001), 'Antedateringen', in: Woordenaar 5, 2: 13-20.

Gids: De Gids: Nieuw Vaderlandsche Letteroefeningen. Algemeen letterkundig en cultureel tijdschrift, verschenen vanaf 1837. Jaargangen 1837-1937 beschikbaar op dvd-rom.

Glare, P.G.W. (1982), Oxford Latin Dictionary, Oxford

GN: C. Tavernier-Vereecken (1968), Gentse naamkunde van ca. 1000 tot 1253. Een bijdrage tot de kennis van het oudste Middelnederlands z.p.

Godefroy, F. (1901), Lexique de l'ancien Français, Paris.

Gödicke, F.A. (1796), Nieuw Fransch Woordenboek, waarin zoodaanige woorden en uitdrukkingen, die aan de Fransche staatsomwenteling hun bestaan te danken hebben, Haarlem

Graaff: J.C.M. Warnsinck (red., 1930), Reisen van Nicolaus de Graaff, gedaan naar alle gewesten des Werelds beginnende 1639 tot 1687 incluis, 's-Gravenhave (Werken der Linschoten-Vereeniging 33)

Grandsaignes d'Hauterive, R. (1947), Dictionnaire d'ancien français, Paris

Grauls, J. (1957), Hoe het werd en hoe het moet zijn, Leuven

Grauls, J. (1960, 1962), Onze taal I en Onze taal II, Hasselt

Grauls, J. (1966a), Taal-Cocktail, Hasselt

Grauls, J. (1966b), Terug naar de oorsprong, Hasselt

Grauls, J. (1966c), Goed Nederlands in handel en economie, Hasselt

Grauls, M. (1991), Bintje & Kalasjnikov, het eponiemenwoordenboek, Zonhoven

Grauls, M. (1999), Weet wie je eet: hoe beroemde figuren op de menukaart belandden, Leuven

Grauls, M. (2001), Mijn naam is haas: hoe historische figuren in het woordenboek belandden, Leuven

Graus, J.M.A. (1943), Viertalig technisch zakwoordenboek, Amsterdam

Grauwe, L. De (1979, 1982), De Wachtendonckse psalmen en glossen. Een lexikologisch-woordgeografische studie met proeve van leestekst en glossaria I/II, Gent.

Grimm, J. en W. (1854-1971), Deutsches Wörterbuch, Leipzig

Groene Amsterdammer: weekblad, verschenen vanaf 1877 onder verschillende titelvarianten; jaargangen 1877-1940 digitaal toegankelijk via www.groene.nl

Groot, D. de (1872), Nederlandsche spraakleer, Groningen/Arnhem

Grove: S. Sadie (1980), The New Grove Dictionary of Music and Musicians, London

Guiraud, P. (1994), Dictionnaire des étymologies obscures Paris

Gysseling, M. (1960), Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226), Brussel.

Gysseling, M. &#amp; C. Wyffels (1963), 'Het oudste register van wettelijke passeringen van Eksaarde (1349-1360)', in: HCTD 37, 57-147

Gysseling, M. &#amp; F. Debrabandere (1999), 'Vroegmiddeleeuwse persoonsnamen', in: Naamkunde 31, 87-137

Haeringen, C.B. (1949), Neerlandica, verspreide opstellen, 's-Gravenhage

Halma, F. (1708, 1717a, 1761, 1781), Le grand Dictionaire François & Flamend. Het groot Fransch en Nederduitsch Woordenboek Amsterdam

Halma, F. (1710, 1717b, 1729, 1758), Woordenboek der Nederduitsche en Fransche Taalen, Amsterdam/Utrecht

Hammerich, L. (1945), 'Sproget', in: Holland Danmark deel 2, 327-356, København

Handelsmag.: z.a. (1843) Nederlandsch Handelsmagazijn, of algemeen zamenvattend woordenboek voor handel en nijverheid, Amsterdam

Harl.: P.G.J. van Sterkenburg (red.) (1973), Het Glossarium Harlemense (circa 1440), 's–Gravenhage

Harrebomée, P.J. (1858, 1861, 1862), Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal, 3 delen, Utrecht

Hart, M. 't (1998) The influence of the languages of the Malay Archipelago on Dutch in Pengajian Melayu bersumberkan Belanda (Malay studies from Dutch sources), Kuala Lumpur, 195-235

Hartsinck, J.J.(1770), Beschryving van Guiana, of de Wilde Kust, in Zuid-America, Amsterdam; fotomech. herdruk met index 1974

Haslinghuis, E.J. &#amp; H. Janse (2001), Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur en bouwhistorie, Leiden

Haspels: z.a. (1842 e.v.), Nieuw, volledig Zakwoordenboek der Nederduitsche Taal, Haspels, Nijmegen

Havlová, E. (1989-), Etymologický slovník jazyka staroslovĕnského, Praha

HCTD: Handelingen van de (vanaf 1930 Koninklijke) Commissie voor Toponymie en Dialectologie

Heeroma, K. (1952), 'Oudengelse invloeden in het Nederlands', in: TNTL 70, 257-275

Heeroma, K. (1960), 'De ie als plus-foneem van de reductievocaal', in: TNTL 77 (1959-60), 187-202

Heestermans, H. (1989), Luilebol. Het Nederlands scheldwoordenboek, Amsterdam

Heestermans, H. (1999), Vergeten woorden ,Den Haag/Antwerpen

Heestermans, H., P. van Sterkenburg &#amp; J. van der Voort van der Kleij (red.) (1980), Erotisch woordenboek, Utrecht

Heidermanns, F. (1993), Etymologisches Wörterbuch der germanischen Primäradjektive, Berlin/New York

Hellquist, E. (1980), Svensk etymologisk ordbok, Lund

Henzen, W. (1969), Die Bezeichnung von Richtung und Gegenrichtung im Deutschen. Studien zu Umfang und Ausnützung der mit Adverbien der Richtung zusammen-gesetzten Wortbildungsgruppen, Töbingen

Herbarius gr.: z.a. (1514), Den Groten Herbarius met al sijn figueren, Antwerpen

Herbarius i.D. (1511): Herbarius in Dyetsche (Antwerp ca. 1500), heruitgave Gent 1974

Herbarius kl.: H. Jacobi (1603, 1667), Den Cleynen Herbarius ofte Kruydt-boexken resp. Den Kleynen Herbarius, ofte Kruydt-Boecxken, Amsterdam

Herbarius Nl.: P. Nylandt (1670, 1682, herdruk 1976) De Nederlandtse Herbarius of Kruydt-boeck, Amsterdam

Herroem, A.E.B. (1874) Bacchus in spreekwoordentaal, aangetoond in eenige honderden spreekwoorden en spreekwoordel?ke gezegden, Gorinchem

Heule, Chr. van (1625), De Nederduytsche grammatica ofte Spraec-konst Leiden., heruitgaven Groningen 1953,1971

Heule, Chr. van (1633), De Nederduytsche spraec-konst ofte Tael-beschrijvinghe Leiden, heruitgaven Groningen 1953,1971

Hexham, H. &#amp; (vanaf 1672) D. Manly; NE: (1648, 1658, 1672, 1678) Het groot woordenboeck: gestelt in 't Neder-duytsch, ende in 't Engelsch, EN: (1947, 1648, 1660, 1675) A copious English and Netherduytch dictionarie, Rotterdam

Heyns, P. (1571), Cort onderwys van de acht deelen der Françoischer talen, Antwerpen (2e druk: 1605 Zwolle)

Hoebeke, M. (1968), De middeleeuwse oorkondentaal te Oudenaarde. 13e eeuw - ±1500 (spelling en klankleer), Gent

Hoekstra, M.J. (2005), Van alkoof tot zolder; de etymologie van ruimtebenamingen, doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam

Hoekstra, M.J. (2009), Huis, tuin en keuken. Wonen in woorden door de eeuwen heen, Amsterdam

Hofkamp, M. &#amp; W. Westerman (1989), Aso's, bigi's, crimi's. Jongerentaalwoordenboek, Baarn

Hofman, J. (1650), Nederlandtsche WoordenSchat, Haarlem

Holthausen, F. (1934), Gotisches etymologisches Wörterbuch, mit Einschluss der Eigennamen und der gotischen Lehnwörter im Romanischen, Heidelberg

Holthausen, F. (1954), Altsächsisches Wörterbuch, Münster

Holthausen, F. (1963), Altenglisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Holthausen, F. (1985), Altfriesisches W246;rterbuch, Heidelberg

Holtrop, J. &#amp; A. Stevenson (EN 1823, NE 1824), Engelsch en Nederduits woordenboek, Amsterdam

Holtrop, J. (NE 1789, EN 1801), Nieuw Nederduitsch en Engelsch woordenboek, Dordrecht/Amsterdam

Hooft, P.C. (ca. 1638), 'Waernemingen op de Hollandsche Tael, t'zamengestelt door Pr.Csz. Hoofd', in: Zwaan (1939), 237-256

Hoog, W. de (1909), Studiën over de Nederlandsche en Engelsche taal- en letterkunde en haar wederzijdschen invloed, Dordrecht

Hooiberg, T. (EN 1843, NE 1845), A complete pocket-dictionary of the English and Dutch languages / Volledig zakwoordenboek voor de Engelsche en Nederduitsche talen, Dordrecht

Hoops, J. (1973-), Reallexikon der germanischen Altertumskunde, Berlin/New York

Hoppenbrouwers, C. (1991), Jongerentaal. De tipparade van omgangstaal, Hoogezand.

Hoptman, A. (2000), 'Finger and some other f- and fl-words', in: NOWELE 36, 77-91

Horst, J. van der (1995), Het gezegde & Co. Beschouwingen over taal en zo, Den Haag

Horst, J. &#amp; K. van der (1999), Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw, Den Haag

Houttuyn, M. (1761-85), Natuurlyke Historie of uitvoerige beschrijving der dieren in 37 delen, Amsterdam

Hubert, A. de (1624), 'Noodige waarschouwinge aan alle liefhebbers der Nederduijtze tale' in: Zwaan (1939), 121-131.

Hubner, J. &#amp; A.H. Westerhovius (1734), Algemeen Kunstwoorden-boek der wetenschappen, Leiden.

Huebner, J. (1762), De staats en courantentolk of woordenboek, z.p.

Huizinga, A. (1953), Handboek van vreemde woorden, Zutphen.

Hüning, M. (1999), Woordensmederij. De geschiedenis van het suffix -erij, Den Haag

HvH: S. Hannot, D. van Hoogstraten (1704, 1719, 1736), Nieuw woord(en)boek der Nederlantsche en Latynsche tale, Amsterdam/Dordrecht

HZnMTL: Handelingen van de (vanaf 1960 Koninklijke) Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis

Ibrahim, J. (1991), Kulturgeschichtliche Wortfor-schung. Persisches Lehngut in europäischen Sprachen, Wiesbaden

IEW: J. Pokorny (1959-69), Indogermanisches etymologisches Wörterbuch, Bern/München

iWNT, de online-versie van het WNT (zie aldaar) op www.wnt.nl.

Jacht-Bedryff: z.a. (1636) Jacht-Bedryff, uitgegeven door A.E.H. Swaen, Leiden 1948

Jacobs, J. (1928), 'Het Glossarium latin-flamand uit de dertiende eeuw, uitgegeven door L. Gilliodts-Van Severen', in: VMKVA 41, 957-981

Jacobs, J. (1930), 'Over de herkomst van het "Oudwestvlaamsch" Herbarium uit Königsberg', in: VMKVA 43, 189-209

Jager, A. de (1875-78), Woordenboek der frequentatieven in het Nederlandsch, Gouda

Jal, A. (1970-), Nouveau glossaire nautique, Paris

Jansen, F. (1985), Van Apekop tot Zielepoot. Hoe mensen elkaar typeren , 's–Gravenhage

Jansen, F. & H. Roza (1993 en 1995), Het laatste woord en Nieuwlands: de jongste taalaanwinsten, Amsterdam

Jansen, F. (1985), Van Apekop tot Zielepoot. Hoe mensen elkaar typeren, 's Gravenhage

Jansen-Sieben, R. &#amp; J.M. van Winter (1998), De keuken van de late middeleeuwen: een kookboek uit de Lage Landen, Amsterdam

Jansonius, H. (1950), Groot Nederlands-Engels woordenboek voor studie en practijk, Leiden/Antwerpen

Jaques, B. &#amp; S. Hannot (1699), Dictionarium Latino-Belgicum, Dordrecht/Rotterdam

Jôhannesson, A. (1956), Isländisches etymologisches Wörterbuch, Bern

Jones, R. (1978), Arabic loan-words in Indonesian; a check-list of words of Arabic and Persian origin in Bahasa Indonesia and traditional Malay, in the reformed spelling, London

Jong, C. de (1869), Handwoordenboek der natuurkundige wetenschappen, Leiden

Jonge, J.K.J. de (1862-78), De opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië (1595-1811): verzameling van onuitgegeven stukken uit het oud-koloniaal archief, 's Gravenhage, 17 delen

Jongeboer, H.A. (1985), Im Irrgarten der Modalität. Ein Kapitel aus der deutschen Grammatik, Groningen

Joustra, A. (1988), Homo-erotisch woordenboek, Amsterdam

Kalkar, O. (1976), Ordbog til det ældre danske sprog (1300-1700), København

Kamp, J. van de &#amp; J. van der Wijk (2006), Koosjer Nederlands: joodse woorden in de Nederlandse taal, Amsterdam

Kate, L. ten (1723), Aenleiding tot de Kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake, Amsterdam

KathWB: W. Knippenberg &#amp; F. Oudejans (1987), Katholiek woordenboek, Amsterdam

Katlev, J. (2000), Politikens Etymologisk Ordbog: Danske ords historie, København

Keukenmeid: z.a. (1746 e.v.), De Volmaakte Hollandsche Keuken-meid + Aanhangzel, Amsterdam

Kieft, A.P. (1938), Homonymie en haar invloed op de taalontwikkeling, Groningen/Batavia

Kil.: C. Kiliaan (1562), Dictionarium Tetraglotton, Antwerpen

Kil.: C. Kiliaan (1574, 1588), Dictionarium Teutonico-latinum, Antwerpen; (1599 en vele herdrukken) Etymologicum Teutonicæ linguæ sive Dictionarium Teutonico-latinum; (1607) aantekeningen van Kiliaan, door F. Claes in 1981 verwerkt en uitgegeven in De Vierde Kiliaan. Aanvullingen en verbeteringen door Kiliaan zelf toegevoegd aan zijn Etymologicum van 1599, Den Haag

Kil.Auctus: L. Potter (1642) Kilianus Auctus, seu Dictionarium Teutonico-Latino-Gallicum, Amsterdam

Kirschstein, B. e.a. (1986-), Wörterbuch der mittelhochdeutschen Urkundensprache, München

Klein, E. (1987), A comprehensive etymological dictionary of the Hebrew language for readers of English, New York

Kloeke, G.G. (1950), Herkomst en groei van het Afrikaans, Leiden

Kloeke, G.G. (1962), Seer schoone spreeckwoorden/oft prouerbia (in Franse en Vlaamse taal) in 1549 te Antwerpen verschenen, Assen

Kluge, F. (1975, 21e druk), E. Seebolt (2002, 24e druk), Etymologisches Wörterbuch der deutschen Sprache, Berlin

Koenen Titel en jaartal per druk: Verklarend Handwoordenboek der Nederlandse Taal, 1:1897, 2:1901, 3:1902(=2), 4:1903, 5=4, 6:1907, 7=6, 8:1909, 9:1912, 10:1914, 11:1916, 12:1919, 13:1921, 14:1923, 15:1926, 16:1929, 17:1932, 18:1937, 19:1940, 20:1942, 21:1947, 22:1949, 23:1952, 24:1956, 25:1960, 26:1966, 27:1974; Wolters' Woordenboek Nederlands. Koenen, 28:1987, 29:1992 en (in nieuwe spelling en met titel Wolters' Handwoordenboek Nederlands. Koenen) 1996; Koenen Woordenboek Nederlands, 30:1999. Daarnaast eenmalig: Wolters' Woordenboek Eigentijds nederlands. Grote Koenen, 1986.

Koenen Zwb.: M.J. Koenen Verklarend zakwoordenboek der Nederlandsche taal, vanaf 1884, met titelvarianten

Koenen, L. & R. Smits (1992), Peptalk. De Engelse woordenschat van het Nederlands, Amsterdam

Koerbagh, A. (1664), 't Nieuw Woorden-boek der Regten, Amsterdam

Koerbagh, A. (1668), Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet..., Amsterdam

Kók, A.L. (1649), Ont-werp der Neder-duitsche letter-konst, Amsterdam, heruitgave Assen 1981

Kok, J. (1785-99), Vaderlandsch woordenboek, Amsterdam

Kolsteren, A. (1955 e.v.), Prisma-vreemde-woordenboek, Utrecht

Kolsteren, A., E. Sanders (1994), Spectrum Woordenboek Vreemde Woorden, Utrecht

Kool, M. (1999), Die conste vanden getale. Een studie over Nederlandstalige reken-boeken uit de vijftiende en zestiende eeuw, met een glossarium van rekenkundige termen, Hilversum

Kooy, J. (1933 e.v.), Encyclopedie voor iedereen, Utrecht

Krahe, H. & W. Meid (1967-69), Germanische Sprachwissenschaft. I Einleitung und Lautlehre - II Formenlehre - III Wortbildungslehre, Berlin

Kramer, M. (1719), Het koninglyk Neder-Hoog-Duitsch en Hoog-Neder-Duitsch dictionnaire, of beider hoofd en grond-taalen woordenboek..., Nürnberg, tweede editie (Leipzig, 1759) en derde editie (Leipzig, 1768, onder redactie van A.A. van Moerbeek) onder licht gewijzigde titels

Kramers: J. Kramers Jz. (1847 e.v.), Algemeene Kunst-woordentolk, Gouda. Jaartallen per druk: 1:1847, 2:1855, 3:1863 (herdruk 1875), 4:1886 (herdruk 1905); als Algemeen verklarend woordenboek 5:1912. Afzonderlijke uitgave (minder uitgebreid, maar wel uitgebreider dan de Verkorte) als Vreemde-woordentolk: 1865.

Kramers II: (1848 e.v.), Kramers' woordentolk, verkort. Jaartallen per druk: 1,2:1848, 3:1849; 4:1850, 5:1851, 6:1854, 7:1860, 8:1863, ..:1864 (herdruk?), 9:1870, 10:1879, 11:1887, 12:1896, 13:1907, Kramers Woordentolk 14:1910, 15:1917, 16:1919, 17:1926, 18:1929, 19:1931, 20:1934, 21:1937, 22:1939, 23:1942, 24:1947, 25:1948, 26:1952, 27:1958, 28:1968, 29:1977, 30:1984, 31:1987. Als Kramers' groot woordenboek Nederlands, tevens vreemde-woordenboek, 1:1981, 2:1984.

Kramers III: (1946 e.v.), Kramers' Woordenboek Nederlands. Verschenen onder verschil-lende titels, maar wel met doortellend druknummer: 1+2:1946, 3:1948, 4:1950, 5:1952, 6:1954, 7:1956, 8:1957, 9:1962, 10:1965, 11+12: 1967, 13:1968, 14:1970, 15:1971, 16:1973, 17:1974, 18:1976, 19:1977 (in 1979 als geï ;llustreerde versie), 20:1990, 21:1996 (Kramers Handwoordenboek Nederlands); voortgezet als Kramers Woordenboek Nederlands 2002

Kramers XY: Kramers' vertaalwoordenboeken onder diverse titels, vanaf 2e helft 19e eeuw

Kramers, J. & H.W.F. Bonte (1884) Nouveau dictionnaire Néerlandais-Français en Français-Néerlandais Gouda.

Kranten: een groot aantal archieven van landelijke en regionale kranten is te vinden via http://kranten-historisch.startpagina.nl; o.a. Eemlander, Gelderlander, Haagsche Courant, Leidsch Dagblad, Soester Courant

Kroonen, G. (te verschijnen), Consonant and vowel gradation in the Germanic n-stems, Amsterdam

Kuhn, H. (1961), 'Anlautend p- im Germanischen', in: Zeitschrift für Mundartforschung 28, 1-31

Kuiper, F.B.J. (1995), 'Gothic bagms and Old Icelandic ylgr', in: NOWELE 25, 63-88

Kuipers, R.K. (1893), Volledig Woordenboek der Nederlandsche Taal, Amsterdam

Kuipers, R.K. (1901), Geïllustreerd woordenboek der Nederlandsche taal, Amsterdam

Kuipers, R.K. (1912-18): R.K. Kuipers' Encyclopaedisch woordenboek, Amsterdam

Kuitenbrouwer, J. (1987), Turbo-taal. Van socio-babble tot yuppie-speak, Amsterdam

Kuitenbrouwer, J. (1993), Neo-turbo. Van yuppie-speak tot crypto-mumble, Amsterdam

Kunst, H. & X. Schutte (1991), Lesbiaans. Lexicon van de lesbotaal, Amsterdam

Künzel, R.E. & D.P. Blok & J.M. Verhoeff (1988), Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200, Amsterdam

Kylstra, A.D. e.a. (1991-), Lexikon der älteren germanischen Lehnwörte in den ostseefinnischen Sprachen, Amsterdam

Laer, P.H. van (1949), Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen, Groningen

Laan, K. ter (1937), Encyclopedisch woordenboek voor Groot-Nederland, 's Gravenhage

Laer, P.H. van (1964), Vreemde woorden in de sterrekunde en namen van sterrebeelden en sterren z.p.

Lambrecht, J. (1550), Néderlandsche spellijnghe, uutghesteld bij vraghe ende andwoorde, Gent

Landolt, H.M.F. (1861) Militair woordenboek, Leiden

Lakó, G. e.a. (1967-78), A magyar szókészlet finnugor elemei. Etimológiai szótár I-III, Budapest

Landr.: E.M. Meijers 'Het landrecht van Grimberghen van 1275', in: Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis 11 (1932), 229-235.

Landt-leven: P. Nylandt e.a. (1668 e.v.), Het Vermakelyck Landt-leven [etc.], Amsterdam

Latham, R.E. &#amp; D. R. Howlett (1975-), Dictionary of Medieval Latin from British Sources, London

LB: Leuvense bijdragen

Lehmann, W.P. (1986), A Gothic Etymological Dictionary. Based on the third edition of Vergleichendes Wörterbuch der gotischen Sprache by Sigmund Feist, Leiden

Lehmann, W.P. (1993) Theoretical bases of Indo-European linguistics, London/New York

Lennep, G. van (1988), Verklarend oorlogswoordenboek Amsterdam

Lennep, J. van (1856), Zeemans-woordeboek, behelzende een verklaring der woorden, by de scheepvaart en den handel in gebruik, Amsterdam

Lerchner, G. (1965), Studien zum nordwestgermanischen Wortschatz (Mitteldeutsche Studien 28), Halle/Saale

Lessen, J.H. van (1928), Samengestelde naamwoorden in het Nederlandsch, Groningen/'s–Gravenhage

Leupenius, P. (1653), Aanmerkingen op de Nederduitsche taale, Amsterdam, heruitgave Groningen 1958

Lewy, H. (1895), Semitische Fremdwörter im Griechischen, Berlin

Lexer, M. (1872-78) Mittelhochdeutsches Handwörterbuch, Leipzig

Lexer, M. (1992), Mittelhochdeutsches Taschenwoerterbuch in der Ausgabe letzter Hand, Stuttgart

Lib.trad. [ca. 1035]: A.C.F. Koch (1958), De dateringen in het 'liber traditionum sancti Petri Blandiniensis' van omstreeks 1035, z.p.

Liberman, A. (2008), An Analytic Dictionary of English Etymology, An Introduction, Minneapolis

Liddell, H.G. & R. Scott (1986), A Greek-English Lexicon, Oxford

Lier, F. van (1987), Reclamewoordenboek. De vaktaal van de reclame en marketing, Amsterdam

Liesveldt: z.a. (1526) Dat oude ende dat nieuwe testament, (1532, 1534, 1535, 1542) Den Bibel met grooter neersticheyt gecorrigeert [etc.], Antwerpen

Lievevrouw-Coopman, L. (1950-51) Gents woordenboek, Gent

Linschoten, J.H. van (1596) Itinerario, voyage ofte schipvaert van Jan Huygen van Linschoten naer Oost ofte Portugaels Indien, Amsterdam, heruitgaven door H. Kern resp. H. Terpstra ('s-Gravenhage 1910, 1955)

Littmann, E. (1924), Morgenländische Wörter im Deutschen Tübingen

LIV: H. Rix (2001), Lexikon der indogermanischen Verben, Wiesbaden

Lloyd/Springer, Lloyd/Lühr: zie EWAhd

Lobel, M. de (1581), Kruydtboeck oft Beschrijvinghe van allerleye ghewassen, kruyderen, hesteren, ende gheboomten, Antwerpen

Loey, A. van (1948/49 e.v.), Middelnederlandse spraak-kunst I. Vormleer en II. Klankleer Groningen

Lokotsch, K. (1926), Etymologisches Würter-buch der amerikanischen (indianischen) Wörter im Deutschen, Heidelberg

Lokotsch, K. (1927, herdruk 1975), Etymologisches Wörterbuch der europäischen (germanischen, romanischen und slavischen) Wörter orientalischen Ursprungs, Heidelberg

LS [8e eeuw]: Lex Salica in Monumenta Germaniae Historica 1969, red. K. Eckhardt

Lühr, R. (1988), Expressivität und Lautgesetz im Germanischen, Heidelberg

Lüschen, H. (1968), Die Namen der Steine. Das Mineralreich im Spiegel der Sprache, Tübingen

Luython, G. (1555), Dictionaris in Fransoys ende Vlaemsch oft Nederduytsch, Antwerpen

Machado, J.P. (2003), Dicionário etimológico da língua Portuguesa, Lisboa

Machek, V. (1968, later alleen herdrukken), Etymologický slovník jazyka českého, Praha

Mägiste, J. (1981-82, herdruk 2001), Estnisches etymologisches Wörterbuch I-XII, Helsinki

Mak, J.J. (1959), Rhetoricaal glossarium, Assen

Mallory, J.P. &#amp; D.Q. Adams (2006), The Oxford introduction to Proto-Indo-European and the Proto-Indo-European world, Oxford

Marin, P. (1701), Nieuw Nederduits en Frans woordenboek, Amsterdam

Marin, P. (1710, 1728, 1743), Compleet Fransch en Nederduitsch Woordenboek, Amsterdam

Marin, P. (1717), Compleet Nederduitsch en Fransch woordenboek, Amsterdam

Marin, P. (1730 e.v.), Groot Nederduitsch en Fransch woordenboek, Dordrecht/Amsterdam/Rotterdam. Jaartallen per druk: 1:1730, 3:1752, 6:1793.

Martin, H. jr. (1829), Beredeneerd Nederduitsch Woordenboek, Amsterdam

Masson, E. (1967), Recherches sur les plus anciens emprunts sémitiques en grec, Paris

Matasović, R. (2009), Etymological Dictionary of Proto-Celtic, Leiden

Mathews, M.M. (1951), Dictionary of Americanisms, Chicago

Mayrhofer, M. (1956-80), Kurzgefaßtes etymo-logisches Wörterbuch des Altindischen. A Concise Etymological Sanskrit Dictionary, Heidelberg

Mayrhofer, M. (1986-), Etymologisches Wörterbuch des Altindoarischen, Heidelberg

MED: H. Kurath e.a. (1952-2001), Middle English Dictionary, Ann Arbor

Meerten, A. van, e.a. (1974), Onderwijskundig woordenboek, Rotterdam

Meijer, L. (1654 e.v.), Nederlandtsche Woorden-Schat, Amsterdam. Er zijn elf edities: 1654; als Nederlandsche Woordenschat: 1658, 1663; als L. Meijers Woordenschat 1669, 1688 (herdruk 1698), 1720 (herdruk 1731), 1745, 1777, 1805.

Meijers, J. (1964), Het woord. Ontstaan, gebruik en ontwikkeling, Utrecht/Antwerpen.

Mellema, E.E.L. (1589, 1602), Dictionaire ou Promptuaire Flameng-Francoys, tres-ample et tres-copieux, Rotterdam

Mellema, E.E.L. (1618, 1651), Le grand Dictionaire François-Flameng, Rotterdam

Mengelberg, T. (1968), Moderne Winkler Prins voor de vrouw, Amsterdam

Menninger, K.W. (1958), Zahlwort und Ziffer: eine Kulturgeschichte der Zahl, Göttingen

Merriam-Webster: z.a. (1993, 2003), Merriam-Webster's Collegiate Dictionary

Merula, P.G.F.P.N. (1605), Placaten ende Ordonnantien op 't stuck vande Wildernissen, 's-Gravenhage

Mesotten, B. (1996), Binnenkijken in woorden. Etymologische verkenningen, Kapellen

Mesotten, B. (2000), Rondneuzen in woorden. Tweede reeks etymologische verkenningen, Kapellen

Mesotten, B. (2004), Van Aalmoes tot Zwitserse garde. Etymologie en geschiedenis van 1000 woorden rond religie, Averbode

Mesotten, Bart (2007), Valse profeten. Honderden bijbelse woorden en uitdrukkingen te gast in het Nederlands, Averbode

Mesotten, Bart (2009), Rari nantes. Honderden Griekse en Latijnse gevleugelde uitdrukkingen, afkortingen, voor- en achtervoegsels te gast in het Nederlands, Averbode

Meteren, E. van (1599), Memorien der Belgische ofte Nederlantsche historie, van onsen tijden, Delft

Meteren, E. van (1608), Commentarien ofte Memorien van-den Nederlandtschen staet, handel [etc.], Amsterdam

Meulen, R. van der (1909), De Hollandsche zee- en scheepstermen in het Russisch, Amsterdam

Meulen, R. van der (1959), Nederlandse woorden in het Russisch, Amsterdam

Meulen, R. van der 'Nautica', in: TNTL 71 (1953b), 285-297; 72 (1954), 124-134; 73 (1955a/b), 93-108 en 279-288

Meulen, R. van der 'Sparsa', in: TNTL 62 (1942a/b), 40-51 en 135-144 en (1943) 210-218; 70 (1953a), 276-292; 74 (1956), 301-309

Meurier, G. (1557, 1563), Vocabulaire François-Flameng en Dictionaire Flamen-François, Antwerpen

MndH: A. Lasch & C. Borchling (1928-), Mittelniederdeutsches Handwörterbuch, Hamburg

MndW: K. Schiller & A. Lübben (1875-81, herdurk 1931), Mittelniederdeutsches Wörterbuch , Bremen

MNHW: J. Verdam & C.H. Ebbinge Wubben (1932), Middelnederlandsch handwoordenboek, 's–Gravenhage

MNHWS: J.J. van der Voort van der Kleij (1983) Middelnederlandsch Handwoordenboek. Sup-plement, Leiden/Antwerpen

MNW: E. Verwijs/J. Verdam (1885-1929), Middelnederlandsch Woordenboek, 's–Gravenhage. Ook verschenen op cd-rom

MNW-B: = MNW deel XI (1941), 'Aanvullingen en Verbeteringen' door A.A. Beekman. Ook verschenen op cd-rom

MNW-P,MNW-R: toegevoegde teksten aan het MNW op cd-rom onder de knoppen Proza en Rijm

Moerdijk, A. (1979), Continentaalwestgermaanse en Centraalromaanse heteroniemen voor het begrippencomplex rock-onderrok-jurk, Eindhoven

Moerdijk, A., W. Pijnenburg & P. van Sterkenburg (red.) (1990), 100 jaar etymologisch woordenboek van het Nederlands, 's–Gravenhage

Moerkerken, P.H. van (1898-99), Het Nederlandsch kluchtspel in de 17de eeuw, Sneek, 2 delen

Molema, H. (1887, herdruk 1985), Woordenboek der Groningsche volkstaal in de 19de eeuw, Winsum

Moonen, A. (1706), Nederduitsche spraekkunst, Amsterdam

Moormann, J.G.M. (2002, bewerking N. van der Sijs), De geheimtalen. Bevat Moormanns oorspronkelijke uitgaven van 1932 en 1934 plus plus enkele nagelaten bronnen en nieuwe registers.

Moors, J. (1952), De oorkondentaal in Belgisch-Limburg van circa 1350 tot 1400, Brussel

Moortgat, A. (1925), Germanismen in het Nederlands, Gent

Muller/Renkema (1948), Beknopt Latijns-Nederlands Woordenboek, Groningen

Murmellius, J. (1515, 1518), Pappa puerorum [a]esui atque usui percocta, Deventer

Mussem, J. van (1553), Rherorica dye edele Const van Welsegghene, Antwerpen

Naamkunde: Mededelingen van de vereniging voor Naamkunde (1925-1968); Naamkunde(vanaf 1969)

Naembouck: J. Lambrecht (1546, 1562, herdruk 1945), Naembouck van allen natuerlicken ende ongheschuumde vlaemsche woorden, Gent

Navorscher: De Navorscher. Verschenen van 1851-1960. Ook verschenen op cd-rom.

Ned. Mag. (1834-85): Nederlandsch magazijn, ter verspreiding van algemeene en nuttige kundigheden en titelvarianten

Ned.jaerb.: z.a. (1748-65) Nederlandsche jaerboeken, inhoudende een verhael van de merkwaerdigste geschiedenissen, die voorgevallen zijn binnen den omtrek der Vereenigde Provintien sederd het begin van 't jaer ..., Amsterdam

Ned.mag. (1834-85): Nederlandsch magazijn, ter verspreiding van algemeene en nuttige kundigheden en titelvarianten

NEW: J. de Vries (1971), Nederlands etymologisch woordenboek, Leiden

Nielsen, N. (1985), Dansk etymologisk ordbog, København

Niermeyer, J.F. (1976, 2002), Mediae latinitatis lexicon minus, Leiden

Nierop, M. van (1968), Woorden vertellen geschiedenis, Hasselt

Nierop, M. van (1975, 1976, 1979), Nieuwe woorden. Verklarend en verhalend woordenboek van modern taalgebruik, Nieuwe-woordenboek deel 2, Verklarend lexicon van nieuwe woorden deel 3, Hasselt

Nieuwenhuis, G. (1820-44), Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen, Zutphen

Nomenclator: H. Junius (1567 e.v.), Nomenclator, omnium rerum propria nomina …, Antwerpen

NOWELE: North-Western European Language Evolution

NRC: Nieuwe Rotterdamsche Courant, verschenen van 1844-1970, vanaf 1970 als NRC Handelsblad; jaargangen 1910-30 toegankelijk via de Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl), recente jaargangen via www.lexisnexis.nl

NTg: De nieuwe taalgids

Nylöe, J. (1703) Aanleiding tot de Nederduitsche taal. Om goedt en zuiver Nederduitsch te spreken of te schrijven, Amsterdam

ODEE: C. Onions (1966), The Oxford Dictionary of English Etymology, Oxford

ODS: H. Jull-Jensen e.a. (red., 1918-56) Ordbog over det Danske Sprog, København, 28 delen. Supplementen vanaf 1992

OED: J. Simpson & E. Weiner (1989), The Oxford English Dictionary, Oxford. Tweede druk.

OED3: derde editie van OED, zie dictionary.oed.com

Olinger, P. (1825), Nouveau dictionnaire français-hollandais, Brussel

Olinger, P. (1835), Nouveau dictionnaire de poche flamand-français et français-flamand Mechelen

Olivier, J. (1836-38) Tafereelen en Markwaardigheden uit Oost-Indië, Amsterdam, facsimile 2001

ONW: W.J.J. Pijnenburg, T.H. Schoonheim, K. Louwen, M.A. Mooijaart, A. Quak (red.) (2009), Oudnederlands Woordenboek. Onlineversie via wnt.inl.nl

Oosthoek: (1916-23 e.v.), Oosthoek's geïllustreerde encyclopaedie, Utrecht; later onder de titel Oosthoeks encyclopedie

OT: Onze Taal. Jaargangen tot en met 2006 ook verschenen op cd-rom

Oudenb.: J. Buntinx & M. Gysseling (1965), Het oudste goederenregister van Oudenbiezen (1280-1344) Tongeren. In 1977 aangevuld door F. de Tollenaere en W. Pijnenburg met woordenlijsten in Woordindices bij J. Buntinx - M. Gysseling, Het oudste goederenregister van Oudenbiezen (1280-1344)

Paludanus, J. (1544), Dictionariolum rerum maxime vulgarium, Gent

Pannekeet, J. (1984), Westfries woordenboek, Wormerveer

Papillon, C. (1770) Aanhangzel, of vermeerderingen en verbeteringen, van het Algemeen en beredenerent woordenboek, der natuurlyke historie, Dordrecht

Paul, H. e.a. (2002), Deutsches Wörterbuch: Bedeutungsgeschichte und Aufbau unseres Wortschatzes, Tübingen

Pauw, N. De (1901-03), Bouc van der Audiencie. Acten en sentencien van den raad van Vlaanderen in de XIVe eeuw, Gent

Peeters, C.H. (1930 e.v.), Nederlandsche taalgids: woordenboek van belgicismen, Antwerpen. Vanaf 3e editie: bewerkt door P.C. Paardekoper onder de titels ABN-gids en Taalgids

Pelegromius, S. (1537 e.v.), Synonymorvm sylva, 's–Hertogenbosch. In 1615: Silva synonymorvm, Delft

Pelsmaeker, P. De (1914), Coutumes des pays et comté de Flandre. Quartier d'Ypres, Brussel

Pfeifer, W. (2000), Etymologisches Wörterbuch des Deutschen, München

Philippa, M. (1987), Woorden hebben geschiedenis, Amsterdam

Philippa, M. (1991, 2008), Koffie, kaffer en katoen. Arabische leenwoorden in het Nederlands, Amsterdam

Philippa, M. (1992a), 'Lijst van Nederlandse woorden ontleend aan het Arabisch', in: W. Montgomery Watt Voorbij Poitiers. Arabische invloeden op middeleeuws Europa, Amsterdam, 103-109

Philippa, M. (1992b), Woord, ik bemin je, Amsterdam

Philippa, M. (1999), Etymologie, Den Haag/Antwerpen

Philippa, M. (2000a), Geld, getallen en geschiedenis, Utrecht

Philippa, M. (2000b), 'Kan volksetymologie ook syntactisch gemotiveerd zijn?', in: H. den Besten e.a. (red.) Samengevoegde Woorden, Amsterdam, 213-220

Philippa, M. (2004), Lustwoorden; over eten en seks in taal, Den Haag

Philippa, M. & A. Quak (1994), Runen, Amsterdam

Picarta: geïntegreerde database van alle titelbeschrijvingen uit Nederlandse bibliotheken en van tijdschriftartikelen, digitaal toegankelijk via www.picarta.nl.

Piemontois: De secreten van den eerweerdighen heere Alexis Piemontois, deel I (1558, herdruk 1561, 1636), deel 2 (1564, herdruk 1636)

Pijnenburg, W.J.J. (1980), Bijdrage tot de etymologie van het oudste Nederlands, Eindhoven

Pijnenburg, W., A. Quak &#amp; T. Schoonheim (red.) (2003) Quod vulgo dicitur; Studien zum Altniederländischen (= ABäG 57), Amsterdam

Pinkhof, H. e.a. (1923 e.v.) Geneeskundig woordenboek, Haarlem e.a.

Pinkster, H. (2003) Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam

Poerck, G. de (1951), La draperie médiévale en Flandre et en Artois. III Glossaire flamand, Brugge

Polomé, E.C. (1967), 'Notes on the Reflexes of IE /ms/ in Germanic', in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis/Revue belge de philologie et d'histoire 45, 800-826

Polomé, E.C. (1986), 'The Non-Indo-European Component of the Germanic Lexicon', in: A. Etter (red.) o-o-pe-ro-si, Festschrift für Ernst Risch zum 75. Geburtstag, Berlin, 661-672

Pomey, F. (1728 e.v.), Novum Dicionarium Belgico-Latinum, Maastricht

Ponten, J. (1968), 'Deutsch-niederländischer Lehnwortaustausch', in: W. Mitzka (red.) Wortgeographie und Gesellschaft, Berlin, 561-606

Porte, A. de la (1659), Den nieuwen dictionaris oft schadt der Duytse ende Spaensche talen, Antwerpen

Posthumus, J. (1987), 'Short forms of English loans in Dutch', in: One hundred years of English studies in Dutch universities, Amsterdam

Prinz, O. e.a. (1967-), Mittellateinisches Wörterbuch bis zum ausgehenden 13. Jahrhundert

Prokosch, E. (1938), A comparative germanic grammar, Baltimore

Puhvel, J. (1984), Hittite Etymological Dictionary, Berlin

Quak, A. (1973), Studien zu den altmittel- und altnieder-fränkischen Psalmen und Glossen (= Amsterdamer Publikationen zur Sprache und Literatur 12), Amsterdam

Quak, A. (1975), Wortkonkordanz zu den altmittel- und altniederfränkischen Psalmen und Glossen. Nach den Handschriften und Erstdrucken zusammengestellt (= Amsterdamer Publikationen zur Sprache und Literatur 22), Amsterdam

Quak, A. (1981), Die altmittel- und altniederfränkischen Psalmen und Glossen. Nach den Handschriften und Erstdrucken neu herausgegeben (= Amsterdamer Publikationen zur Sprache und Literatur 47), Amsterdam

Radermacher, J. (1568), Voorreden vanden noodich ende nutticheit der Nederduytscher taelkunde, heruitgave door K. Bostoen (1985), Kaars en bril: de oudste Nederlandse grammatica, Middelburg

RäF: W. Krause &#amp; H. Jankuhn (1966), Die Runeninschriften im älteren Futhark, Göttingen

ReclameArsenaal: archief van de Stichting Het ReclameArsenaal te Amsterdam

Rédei, K. (1986-91), Uralisches etymologisches Wörterbuch I-III, Budapest/Wiesbaden

Reimbibel (1150-1200): D.A. Wells (2004), The central franconian rhyming bible ("Mittelfränkische Reimbibel"): An early-twelfth-century German verse homiliary. A thematic and exegetical commentary with the text and a translation into English, Amsterdam

Reinsma, R. (1975), Signalement van nieuwe woorden, Amsterdam/Brussel

Reinsma, R. (1984), Neologismen, Utrecht/Antwerpen

Reinsma, R. (1992), Prisma van de eufemis-men. De knaldempers van de taal, Utrecht

Reinsma, R. (1998), Gezegden, Den Haag/Antwerpen

Reinsma, R. (1999), Neologismen, Den Haag/Antwerpen

Rentenaar, R. (1990), Groeten van Elders. Plaatsnamen en familienamen als spiegel van onze cultuur, Naarden

REW: W. Meyer-Lübke (1935), Romanisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Rey, A. &#amp; D. Morvan (2005), Dictionnaire culturel en langue française, Paris

Rey, A. (1998), Dictionnaire historique de la langue française, Paris

Richelet, P. (1707), Le grand et nouveau dictionaire Francois et Flamand, Brussel

Richelet, P. (1739), Het groot woordenboek der Nederlandsche en Fransche taele, Brussel

Richelet, P., e.a. (1756 e.v.), Dictionnaire portatif de la langue françoise: extrait du grand Dictionnaire de Pierre Richelet

Rijmkroniek: J.W.J. Burgers (2004), Rijmkroniek van Holland (366-1305) door een anonieme auteur en Melis Stoke, Den Haag

Rijnhart, R.P. (1863-66), Woordenboek voor het praktische leven, Amsterdam

Robert, P. (1984), Le petit Robert de la langue française, Paris

Robert, P. (1986), Le grand Robert de la langue française, Paris

Roches, J. des (1769, 1776), Nieuw Nederduytsch en Fransch WoordenBoek, Antwerpen

Roches, J. des (1816), Nederduytsch-Fransch woordenboek, Antwerpen

Roelandts, K. (1959), 'Voortonige versterking', in: Taal en Tongval 11, 230-236

Rombaut, H., M. Leroy & G. Declercq (1988), 'Acht nieuwe teksten in het Middelnederlands uit de 13de eeuw', in: Taal en Tongval 40, 1-13

Ruijsendaal, E. (1989), Terminografische index op de oudste Nederlandse grammaticale werken, Amsterdam

Ruijsendaal, E. (1991), Letterkonst. Het klassieke grammaticamodel en de oudste Nederlandse grammatica's, Amsterdam

Sadnik, L., R. Aitzetmüller (1975), Vergleichendes Wörterbuch der slawischen Sprachen, Wiesbaden

Salleveldt, H. (1973), Bollen, fillers, ouwe stompen: een woordenboek van de Nederlandse soldatenfolklore, Leiden. Herdruk in 1975, 1978 onder de titel Het woordenboek van Jan Soldaat

Salleveldt, H. (1980), Het woordenboek van Jan Soldaat in Indonesië, Alphen aan den Rijn

Salverda de Grave, J. (1901a), Essai sur quelques groupes de mots empruntés par le Néerlandais au Latin écrit Amsterdam

Salverda de Grave, J. (1901b), 'Les mots dialectaux du français en moyen-néerlandais', in: Romania XXX, 65-112, ook apart verschenen.

Salverda de Grave, J. (1906), De Franse woorden in het Nederlands, Amsterdam (met 'Alfabeties Register' bewerkt door J.J.B. Elzinga 1920)

Sanders, E. (1993), Eponiemenwoordenboek. Woorden die teruggaan op historische personen, Amsterdam

Sanders, E. (1995), Geoniemenwoordenboek. Woorden die zijn afgeleid van plaatsnamen, Amsterdam

Sanders, E. (1997), Borrelwoordenboek. 750 namen voor onze glazen boterham, Den Haag/Antwerpen

Sanders, E. (1999), Jemig de pemig! De invloed van Van Kooten en De Bie op het Nederlands, Amsterdam/Antwerpen

Sanders, E. (2004), Woorden met een verhaal, Amsterdam

Sanders, E. (2005), Allemaal woorden, Amsterdam

SAOB: Svenska Akademiens Ordbok (1893-), Stockholm

Schiller, K. & A. Lübben (1875-81, herdruk 1931), Mittelniederdeutsches Wörterbuch, Bremen

Schlyter, D.C.J. (1877), Ordbok till Samlingen af Sweriges Gamla Lagar, Lund

Schmeller, A. (1872-77), Bayerisches Wörterbuch, München

Schmitt, R. (red.) (1968), Indogermanische Dichtersprache (= Wege der Forschung 165), Darmstadt

Schönfeld, M. (1955), Nederlandse waternamen, Amsterdam

Schönfeld, M. (1965), Wörterbuch der altgermanischen Personen- und Völkernamen, Darmstadt

Schönfeld: A. van Loey (1960 e.v.), Schönfelds Historische Grammatica van het Nederlands, Zutphen

Schoonheim, T. (2003), 'Von alvit bis wurm; die Rolle der Namenforschung bei der Rekonstruktion des altniederländischen Wortschatzes', in: Pijnenburg e.a. (red.) 2003, 113-139

Schoonheim, T. (2004), Vrouwelijke persoonsnamen in Holland en Zeeland tot het jaar 1300, Leiden

Schrijver, P. (1991), The reflexes of Proto-Indo-European Laryngeals in Latin (diss.), Amsterdam/Leiden

Schrijver, P. (1997), 'Animal, vegetable and mineral: some Western European substratum words', in: A. Lubotsky (red.) Sound law and analogy (Leiden studies in Indo-European 9), 293-316

Schrijver, P. (2001), 'Lost languages in northern Europe', in: C. Carpelan e.a. Early Contacts between Uralic and Indo-European: Linguistic and Archeological Considerations, Helsinki

Schröder, P.H. (1980), Van aalmoes tot zwijntjesjager, Baarn

Schuermans, L.W. (1865-70), Algemeen Vlaamsch Idioticon; (1883) Bijvoegsel, Leuven

Schulten, C.M. (1966), Contribution a l'etude des termes militaires francais en neerlandais, 1567-1625 's-Gravenhage

Schulz, H. e.a. (1913-88, 1995-), Deutsches Fremdwörterbuch, Berlin

Schützeichel, R. (2004), Althochdeutscher und Altsächsischer Glossenwortschatz, Tübingen

Schützeichel, R. (2006), Althochdeutsches Wörterbuch Tübingen

Seebold, E. (1970), Vergleichendes und etymologisches Wörterbuch der germanischen starken Verben, The Hague/Paris

Seebold, E. (1981), Etymologie, München

Seebold, E. (2001), Chronologisches Wörterbuch des deutschen Wortschatzes: der Wortschatz des 8. Jahrhunderts (und früherer Quellen), Berlin

Servilius, J. (1542 e.v.), Dictionarium Triglotton, Antwerpen

Sewel, W. (1691), Nieuw Woordenboek der Nederduytsche en Engelsche Taale en A new Dictionary English and Dutch; (1708, 1727) Groot Woordenboek der Engelsche en Nederduytsche Taalen en A large Dictionary English and Dutch, Amsterdam

Séwel, W. &#amp; E. Buys (1766), Volkomen woordenboek der Nederduitsche en Engelsche taalen en A new and complete Dictionary of the English and Dutch Languages, Amsterdam

Séwel, W. (1691), Nieuw Woordenboek der Engelsche en Nederduytsche Taale en A New Dictionary English and Dutch, (1708, 1727), Groot Woordenboek der Engelsche en Nederduytsche Taalen en A large Dictionary English and Dutch, Amsterdam

Séwel, W. (1708b), Nederduytsche spraakkonst, Amsterdam

SGG: Studia Germanica Gandensia

ShOED: L. Brown (1993), The New Shorter Oxford English Dictionary on Historical Principles, Oxford

Sieckmann, R. (1990), Het Voetbalwoordenboek, z.p.

Sijs, N. van der (1994), 'Vroegere dateringen II' in Trefwoord 9 (1994), 71-73

Sijs, N. van der (1998), Geleend en uitgeleend. Nederlandse woorden in andere talen en andersom, Amsterdam/Antwerpen

Sijs, N. van der (2001), Chronologisch woordenboek van het Nederlands. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam/Antwerpen

Sijs, N. & J. Engelsman (2000), Nota Bene, De invloed van het Latijn en Grieks op het Nederlands, Utrecht/Amsterdam

Sijs, N. van der (red.) (2003), Uit Oost en West. Verklaring van 1000 woorden uit Nederlands-Indië van P.J. Veth, met aanvullingen van H. Kern en F.P.H. Prick van Wely, Amsterdam

Sijs, N. van der (2004), Taal als mensenwerk. Het ontstaan van het ABN, Den Haag

Sijs, N. van der (2005), Van Dale Groot Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands, Utrecht (1e druk 1996, Den Haag)

Sijs, N. van der (2006), Klein uitleenwoordenboek, Den Haag

Sijs, N. van der (2006a), Calendarium van de Nederlandse taal. De geschiedenis van het Nederlands in jaartallen, Den Haag

Sijs, N. van der (2009), Yankees, cookies en dollars. De invloed van het Nederlands op de Noord-Amerikaanse talen, Amsterdam

Sijs, N. van der &#amp; J. Engelsman (2000), Nota Bene. De invloed van het Latijn en Grieks op het Nederlands, Utrecht/Amsterdam

Sijthoff: z.a. (1891-95), Sijthoff's woordenboek voor kennis en kunst, naar de nieuwste bronnen bewerkt, Leiden, 10 delen

Slicher van Bath, B.H. (1947), 'Nederlandsche woorden in Latijnsche oorkonden en registers tot 1250', in TNTL 65, 38-53 en 118-147

Smits, R. & L. Koenen (1989), Peptalk & pumps. Engels woordgebruik in de Nederlandse taal, Amsterdam

Söderwall, K.F. e.a. (1884-1918, supplement 1925-73), Ordbok öfver svenska medeltids-språket, Lund

Sousa Costa, A. de (1993), Studien zu volkssprachigen Wörtern in karolingischen Kapitularien (= Studien zum Althochdeutschen 21), Göttingen

Spectrum: A. Weijnen (1973, 1979), Spectrum Nederlands Woordenboek, Utrecht

SSA: (1992-2000), Suomen sanojen alkuperä. Etymologinen sanakirja I-III Helsinki

Stall. I, II: K. Stallaert (1886-93), Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen, Leiden (A-H resp. I-Poer)

Stall. III: Stallaerts glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamse, Brabantse en Limburgse bronnen. Voortgezet en bewerkt door F. Debrabandere. P-Z, (1977), Handzame

Stall. zonder specificatie: Stallaert-steekkaarten in het bezit van dr. F. Debrabandere

Starck, T. & J.C. Wells (1972-90), Althochdeutsches Glossenwörterbuch, Heidelberg

Statenbijbel (1637): Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, Leiden

Sterkenburg, P.G.J. (1995), Het glossarium Harlemense, een lexicologische bijdrage tot de studie van de Middelnederlandse lexicografie, 's-Gravenhage

Sterkenburg, P.G.J. (1997), Vloeken. Facetten van een cultuur-historisch fenomeen, Leiden

Stoett, F.A. (1901 e.v., met titelvarianten), Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden, Zutphen

Taalatlas: G.G. Kloeke e.a. (1939-72), Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland 1-9 Leiden. Voortgezet als Taalatlas van het Nederlands en het Fries (1981-88)

Teuchert, H. (1972), Die Sprachreste der niederländischen Siedlungen des 12. Jarhhunderts, Köln

Teuth. (1477): J. Verdam (red.) (1896), G. van der Schueren's Teuthonista of Duytschlender, Leiden

Theissen, S. (1978), Germanismen in het Nederlands, Hasselt

Thes.: Thesaurus Theutonicae Linguae (1573, herdruk 1972) Schat der Nederduytscher spraken Antwerpen, herdruk 's–Gravenhage 1972

Thuys, J. (1585 e.v.), Ars Notariatus, Utrecht

Tischler, J. (1983-), Hethitisches etymologisches Glossar, Innsbruck

TLF: P. Imbs/B. Quemada (1971-94), Trésor de la langue française. Dictionnaire de la langue du XIX e et du XXme siècle (1789-1960), Paris

TNTL: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde

Tobler, A., E. Lommatzsch &#amp; H.H. Christmann (1915-2002), Altfranzösisches Wörterbuch, Wiesbaden

Toll., De Tollenaere: J. de Vries & F. de Tollenaere (2004) Etymologisch Woordenboek, Utrecht

Tollenaere, F. de (1969), 'Het Nederlands etymologisch woordenboek' in: TNTL 85, 212-247

Toorn, M. van den (1991), Wij melden u den nieuwen tijd. Een beschouwing van het woordgebruik van de Nederlandse nationaal-socialisten 's–Gravenhage

Törnqvist, N. (1977), Das niederdeutsch und niederländische Lehngut im schwedischen Wortschatz, Neumünster

Trefwoord: Nieuwsbrief van het Matthias de Vries-Genootschap van Woordenboekverzamelaars. Verschenen van 1992-1998, daarna elektronisch via www.fryske akademy.nl/trefwoord

Tulloch, S. (1991), The Oxford Dictionary of New Words, Oxford/New York

Twe-spraack: H.L. Spieghel (1584), Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst, ófte vant spellen ende eyghenscap des Nederduitschen taals, Leiden, heruitgaven Groningen 1962, Assen 1985

Unger, Andreas (2006), Von Algebra bis Zucker, Arabische Wörter im Deutschen, Stuttgart

Vaan, M. de (2008), Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages, Leiden

Vad.lett.: Vaderlandsche letter-oefeningen, of tijdschift van kunsten en wetenschappen, etc., verschenen van 1761-1876; digitaal raadpleegbaar via www.e-laborate.nl

Vaderland: dagblad Het Vaderland, verschenen van 1869-1945; jaargangen 1920-45 digitaal toegankelijk via de Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl)

Valkhoff, J.N. & P. Valkhoff (1883-85 en 1902-04), Nouveau dictionnaire français-hollandais et hollandais-français, Groningen/Zutphen

Valkhoff, M. (1931) Etude sur les mots français d'origine néerlandaise, Amersfoort

Vasmer, M. (1953-58 (1976-80)), Russisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Vasmer, M. & O.N. Trubačev e.a (1986-87), Etimologičeskij slovar' russkogo jazyka, Moskva

Vendryes, J. (1959-), Lexique étymologique de l'irlandais ancien Dublin/Paris

Vennemann, T. (2003) Europa Vasconica - Europa Semitica (Trends in Linguistics; Studies and Monographs 138), Berlin

Verc., Vercoullie, J. (1925), Beknopt etymologisch Woor-denboek der Nederlandsche Taal, Gent

Verhoeff, L. (1995), Soldatenwoordenboek, Amsterdam

Verschuere Reynvaan, J. (1795) Muzijkaal kunstwoordenboek, Amsterdam

Verschueren: Verschuerens modern woordenboek. Jaartallen per druk: 1:1930-1931 (met bijvoegsel 1933), 2:1936, 3:1937, 4:1941 (met bijvoegsel 1943 en 1944), 5:1949-1950, 6:1956, 7:1961 (met bijvoegsel ‘63 en 1965; herdruk in 1965, 1968, 1972), 8:1979, 9:1991 (als Verschueren. Groot geïllustreerd woordenboek), 10:1996 (als Verschueren. Groot encyclopedisch woordenboek)

Veth, P. (1889), Uit Oost en West. Verklaring van eenige uitheemsche woorden, Arnhem; zie ook N. van der Sijs (2003)

Vilborg, E. (1989-2001), Etimologia vortaro de Esperanto, Malmö/Stockholm

VMKVA: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Nederlandse Taal en letterkunde

VMNW: Pijnenburg, W.J.J., .H. van Dalen-Oskam, K.A.C. Depuydt &#amp; T.H. Schoonheim (2001), Vroegmiddelnederlands woordenboek, Leiden

Voc.cop.: J. van Westfalen (ca. 1481-83), Vocabularius co-piosus et singularius unus ex diversis, diligentissime theutonicatus, Leuven

Volk: Het Volk, dagblad voor de Arbeiderspartij, verschenen van 1900-45; jaargangen 1910-20 digitaal toegankelijk via de Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl)

Volks-encyclopaedie: algemeen woordenboek behandelende: kunsten en wetenschappen (1857-59), Schiedam

Volkskrant: dagblad de Volkskrant, verschenen vanaf 1920; recente jaargangen digitaal toegankelijk via www.lexisnexis.nl

Voorzanger, J.L. & J.E. Polak Jz. (1915, herdruk 1974), Het Joodsch in Nederland, Amsterdam

Vooys, C.G.N. de (1924, 1925, 1947), Verzamelde taalkundige opstellen I/II/III, Groningen/Den Haag

Vooys, C.G.N. de (1946a), Duitse invloed op de Nederlandse woordvoorraad, Amsterdam

Vooys, C.G.N. de (1946b, 1947b, 1948, 1949, 1950 en 1956), 'Engelse invloed op het Nederlands', in: NTg 39, 145-149; 40, 172-173; 41, 175-176; 42, 72-73; 43, 93-96; 49, 3-9

Vooys, C.G.N. de (1951) Engelse invloed op de Nederlandse woordvoorraad, Amsterdam

Vooys, C.G.N. de (1953 en 1954), 'Engelse invloed op de Nederlandse woordvoorraad', in: NTg 46, 82-85 en 47, 285-287

Vorselman (1560): Eenen nyeuwen Coock Boeck. Kookboek samengesteld door Gheeraert Vorselman en gedrukt te Antwerpen in 1560. Heruitgave met commentaar door E. Cockx-Indestege (red.), Wiesbaden 1971

Vorsterman (1528, 1533-34): Den Bibel. Tgeheele Oude en Nieuwe Testament [etc.], Antwerpen

Vries, J. de (1962), Altnordisches etymologisches Wörterbuch, Leiden

Vries-Vriesekoop, W. de (1989), Woorden uit het Noorden. Doctoraalscriptie UvA

W.Ps. [10e eeuw]: Wachtendonckse Psalmen in: CG II-1, 43-111

Wadstein, E. (1899) Kleinere Altsächsische Sprachdenkmäler, Norden

Walde, A. & J.B. Hofmann (1930-56 (1965, 1982)), Lateinisches etymologisches Wörterbuch, Heidelberg

Walter, H. en G. (1991), Dictionnaire des mots d'origine étrangère, Paris

Wdb. XY: diverse geciteerde anonieme vertaalwoordenboeken. 1809, 1819: Nieuw Hollandsch-Hoogduitsch Handwoordenboek, Zutphen; 1864-65, 1876: Algemeen Woordenboek der Engelsche en Nederduitsche talen (1876: ... en Nederlandsche taal)

Wehr, H. &#amp; J.M. Cowan (1976) A dictionary of modern written Arabic, New York

Weijnen, A. (1966), Nederlandse dialectkunde, Assen

Weijnen, A. (1967), 'Leenwoorden uit de Latinitas stratigrafisch beschouwd', in: VMKVA 365-480; tevens met woordregister in: Weijnen (1975), 189-299

Weijnen, A. (1975), Algemene en vergelijkende dialectologie, Amsterdam

Weijnen, A.A. (1999), Oude woordlagen in de zuidelijk-centrale diaclecten, Amsterdam

Weijnen, A.A. (2003) Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haag

Weiland, P. (1799-1811), Nederduitsch taalkun-dig woor-denboek, Amsterdam

Weiland, P. (1812) Handwoordenboek voor de spelling der Hollandsche taal, Den Haag

Weiland, P. (1824, 1832, 1843, 1858) Kunstwoordenboek, 's–Gravenhage

Weiland, P. (1843-44), Nederduitsch letterkundig woordenboek, Antwerpen. Twee delen

Weiland, P. (1844), Nederduitse spraakkunst Antwerpen

Weiland, P. (1859), Groot Nederduitsch taalkundig woordenboek, Dordrecht

Weiland, P.W. & G.N. Landré (1843) Woordenboek der Nederduitsche Synonimen, Antwerpen

Weimann, K.-H. (1963), 'Paracelsus und der deutsche Wortschatz', in: L.E. Schmitt (red.), Deutsche Wortforschung in europäischen Bezügen, 2, 359-408

Weinberg, W. (1973) Die Reste des Jüdischdeutschen, Stuttgart

Wentworth, H. &#amp; S.B. Flexner (1960) Dictionary of American Slang, New York; 2e druk 1975; latere edities door R.L. Chapman (1997)

Werve, J. van den (1553 e.v.), Het Tresoor der Duytsscher talen, Antwerpen. Later (o.a. 1559, 1577, 1601, 1605, 1608, 1614, 1623) als Den Schat der Duytscher Talen.

WFT: Wurdboek fan de Fryske taal (1984-), Leeuwarden

WGeysbeek: P. Witsen Geysbeek (1836-61), Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving, Amsterdam

Will. [ca. 1100]: W. Sanders (red.) (1971), (Expositio) Willerammi Eberspergensis Abbatis in Canticis Canticorum. Die Leidener Handschrift, München

Wink, P.M. (1907, 1909, 1914, 1919, 1927), Het vreemde-woordenboek, Amersfoort

Winkelman, O.R.F.W. (1783), Néderduitsch en Fransch woordenboek, bevattende de betékenis en het onderscheiden gebruik der woorden, Utrecht

Winkler Prins: (1870-82 e.v.) A.Winkler Prins e.a. Geïllustreerde encyclopedie: Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid Amsterdam; later onder de titels Winkler Prins' algemeene encyclopedie en Grote Winkler Prins Encyclopedie.

Winschooten, W. (1681), Seeman, behelsende een grondige uitlegging van de Nederlandsche konst- en Spreekwoorden, voor soo veel die uit de Seevaert zijn ontleend, Leiden

Witczak, K.T. (1996), 'The Pre-Germanic Substrata and Germanic Maritime Vocabulary', in: K. Jones-Bley e.a. (red.), The Indo-Europeanization of Northern Europe, Washington, 166-180

Witsen, N. (1671), Aeloude en hedendaegsche Scheepsbouw en bestier, Amsterdam

WL: Woordenlijst Nederlandse taal (Groene Boekje), verschenen in de volgende versies:

WNT: M. de Vries, L.A. te Winkel e.a. (red., 1864-1998), Woordenboek der Nederlandsche Taal. Met WNT Supp. wordt het supplementdeel uit 1956 bedoeld. Met WNT Aanv. de drie delen met aanvullingen uit 2001. Met iWNT de online-versie op www.wnt.nl

Wolf, S. (1960), Großes Wörterbuch der Zigeunersprache (romani tšiw). Wortschatz deutscher und anderer euro-päischer Zigeunerdialekte, Mannheim

Wolf, S. (1985), Wörterbuch des Rotwelschen. Deutsche Gauner-sprache, Mannheim (Hamburg 1993)

Wolters XY: Wolters' vertaalwoordenboeken onder diverse titels, vanaf begin 20e eeuw.

Woordenaar: De Woordenaar, nieuwsbrief van het Matthias de Vries-Genootschap

Woordenschat: T.H. de Beer & E. Laurillard (1899, herdruk 1993) Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen, 's–Gravenhage

Wouden, T. van der (1998), Verboden op het werk te komen. Klein woordenboek van Vlaamse taal- en andere eigenaardigheden, Enschede

WPJ (1958-80): Winkler Prins Boek van het jaar, uitgave 19xx.

Yule, H. & A. Burnell (1903, herdruk 1994) Hobson-Jobson. A Glossary of Colloquial Anglo-Indian Words and Phrases, and of Kindred Terms, Etymological, Historical, Geographical and Discursive London

Zandvoort, R.W. (1964) English in the Netherlands; a study in linguistic infiltration, Groningen

Zuidinga, R.-H. (1990), Eroticon. Het abc van de erotiek, 's–Gravenhage

Zuidinga, R.-H. (1993), Sexicon. Sexuele taalgids voor de jaren '90, 's–Gravenhage

Zwaan, F.L. (1939, herdruk 1974), Uit de geschiedenis der Nederlandsche spraakkunst, Groningen/Batavia

vorige    inhoudsopgave    volgende

Afkortingen

*

gereconstrueerde vorm

<

is ontstaan uit, of ontleend aan

>

is geworden tot, of uitgeleend aan

" "

letterlijk uit bron geciteerde betekenis

achterv.

achtervoegsel

bijv.

bijvoorbeeld

bn.

bijvoeglijk naamwoord

BN

Belgisch-Nederlands

bw.

bijwoord

ca.

circa

dial.

dialectisch

e.d.

en dergelijke

etc.

et cetera

ev

enkelvoud

gewest

gewestelijk

got

gotisch

id.

idem

i.h.b.

in het bijzonder

lw.

lidwoord

m.

mannelijk

me.

Middelengels (1100-1500)

mhd.

Middelhoogduits (1100-1350)

mnd.

Middelnederduits (1100-1500)

mnl.

Middelnederlands (1200-1500)

mv.

meervoud

nde.

Nieuwdeens (na 1500)

ne.

Nieuwengels (na 1700)

nfri.

Nieuwfries (na 1550)

nhd.

Nieuwhoogduits (na 1600)

nijsl.

Nieuwijslands (na 1500)

NN

Nederlands-Nederlands

nnd.

Nieuwnederduits (na 1500)

nnl.

Nieuwnederlands (na 1700)

nno.

Nieuwnoors (na 1500)

nzw.

Nieuwzweeds (na 1500)

o.

onzijdig

o.a.

onder andere

ode.

Ouddeens (voor 1500)

oe.

Oudengels (voor 1100)

ofri.

Oudfries (voor 1550)

ohd.

Oudhoogduits (voor 1100)

oijsl.

Oudijslands (voor 1500)

on.

Oudnoords (voor 1500)

onl.

Oudnederlands (800-1200)

ono

Oudnoors (voor 1500)

oorspr.

oorspronkelijk

os.

Oudsaksisch (voor 1100)

ozw.

Oudzweeds (voor 1500)

pers.

persoon

pers.waarn.

persoonlijke waarneming

pgm.

Proto-germaans

pie.

Proto-Indo-Europees

pret.

preteritum

resp.

respectievelijk

SN

Surinaams-Nederlands

teg.deelw.

tegenwoordig deelwoord

telw.

telwoord

tw.

tussenwerpsel

v.

vrouwelijk

verl.deelw.

verleden deelwoord

vero.

verouderd

vgw.

voegwoord

vne.

Vroegnieuwengels (1500-1700)

vnhd.

Vroegnieuwhoogduits (1350-1600)

vnnl.

Vroegnieuwnederlands (1500-1700)

vnw.

voornaamwoord

voorv.

voorvoegsel

vz.

voorzetsel

wrsch.

waarschijnlijk

ww.

werkwoord

z.a.

zonder auteur

z.p.

zonder plaats

zn.

zelfstandig naamwoord

vorige    inhoudsopgave    volgende

Contact

Voor vragen of opmerkingen over de inhoud van het EWN kunt u zich richten tot kiliaan-fgw@uva.nl. Hoewel opmerkingen van gebruikers van het EWN welkom zijn, behoudt de redactie zich het recht voor niet op alle vragen of opmerkingen te reageren.
Voor vragen of opmerkingen over de uitgave van het EWN kunt u zich richten tot info@aup.nl.

vorige    inhoudsopgave